Den Haag, ergens eind jaren 70. Mijn schoonmoeder liep met haar zoontje door een park, toen ze een heel zielig teckeltje zagen, met een bebloed oortje. “Meneer, uw hond bloedt!” Sprak ze het baasje aan. “Dat komt door die andere hond”, zei het baasje, “die bijt hem steeds”. Mijn schoonmoeder kan slecht tegen onrecht, zeker als er dieren mee gemoeid zijn. Ze vertelde de man wat ze ervan vond in scherpe bewoordingen. De uitkomst van dat gesprek was dat mijn schoonmoeder voor een paar tientjes (guldens) de nieuwe eigenaar van het hondje werd – op de vraag “wat wilt u ervoor hebben” was het antwoord “alles wat u in uw portemonnee heeft”. Zo geschiedde.
Het teckeltje bleek ernstig verwaarloosd en ziek. De uitwendige verwondingen waren nog het minste probleem, alle tanden en kiezen waren rot en het beestje zat onder de schurft. De dierenarts stelde voor om het hondje in te laten slapen. Maar dat ging niet gebeuren. Uiteindelijk werd het hondje, dat inmiddels de naam Lady, roepnaam Leedje had gekregen vanwege al haar lijden, naar het academisch veterinair ziekenhuis in Utrecht gebracht en kwam geheel kaalgeschoren terug, met getrokken gebit. Ze moest enkele malen per dag worden ingesmeerd met een zalf tegen de schurft.
Leedje knapte langzaam op, en op een dag begonnen er haartjes te groeien op haar kale naakte huid. De schurft was weg en Leedje werd een levendig en blij hondje. Schoonmoeder en hond hebben daarna nog meer dan tien mooie jaren samen beleefd. Op de dag dat haar baasje mijn schoonmoeder werd, kreeg Leedje een roze strik om: ze was ons bruidsmeisje.
Was alle leed in de industriële veehouderij maar zo zichtbaar. Niemand maalt om varkens die mishandeld worden. De varkens met bebloede oren zien we niet, horen we niet. Als er weer eens duizenden varkens levend verbranden, wie ligt daar nog wakker van? We zien het niet, we horen het niet. Het komt nauwelijks meer binnen, zo vaak gebeurt het.
Zelfs mijn schoonmoeder, die erg van dieren houdt en opkomt voor zwakkeren in de samenleving, eet op z’n tijd een rookworst of sateetje. Uit het oog, uit het hart.
Tegenwoordig is ze proefkonijn voor mijn plantaardige recepten. Gelukkig lust ze alles, en laat zich verrassen. Zoals met dit recept uit de nieuwsbrief van Proveg International. Het oorspronkelijke recept vind je hier: Ovenschotel van prei en aardappel met romescosaus – ProVeg Belgium.
Romescosaus is één van die heerlijke sauzen die van nature plantaardig zijn. In het recept van vandaag gaat de saus over in de oven gebakken groenten, maar de saus smaakt ook heerlijk bij gekookte aardappelen en groenten.
Ovenschotel van prei en aardappel met romescosaus
Ingrediënten ovenschotel (4 personen):
- 500 g grote, nieuwe aardappelen gehalveerd (schillen hoeft niet)
- 2 grote preien schoongemaakt, gehalveerd en in stukken van 2 cm – of kies andere groenten
- 400 g kikkererwten uit blik, uitgelekt (tip: bewaar het vocht voor brownies!)
- 2 tenen knoflook gekneusd of uit de knijper
- 4 takjes oregano of tijm, blaadjes geplukt
- rasp van 1/2 biologische sinaasappel
- olijfolie om te besprenkelen
Voor de romescosaus:
- 50 g amandelen of hazelnoten
- 1 dikke snee oud brood in stukjes (mag ook weggelaten worden)
- 1 tl zoet (gerookt) paprikapoeder
- 150 g geroosterde rode paprika’s, uitgelekt
- 1 el rodewijnazijn of sherryazijn
- 4 el olijfolie
Garneren met peterselie (grof gehakt)
Verhit de oven tot 200 °C. Meng de aardappels, prei (of andere groenten) en kikkererwten met de knoflook, oregano, sinaasappelrasp, een flinke scheut olie en wat zout en peper en stort op een bakplaat. Je kunt de groenten ook over twee bakplaten verdelen zodat ze genoeg ruimte hebben om krokant te worden. Rooster ze 20-30 minuten.
Maak intussen de romescosaus. Rooster de noten en het brood even tot ze lichtbruin zijn – of gebruik geroosterde noten. Of rooster ze niet: in een ander recept werden ongeroosterde noten gebruikt. Ik heb beide geprobeerd en proefde weinig verschil. Doe alle ingrediënten met nog een of twee eetlepels water in een keukenmachine en maal het tot een grove, zachte saus. Voeg eventueel nog wat zout en peper toe. Ik deed het zelf met een staafmixer in een hoge kom.
Haal de groenten uit de oven en meng ze eventueel met de helft van de romescosaus. Zet ze nog 5 minuten in de oven tot ze goudbruin en krokant zijn.
Serveer ze met extra romescosaus en strooi de peterselie erover.
Ook erg lekker met bloemkool uit de oven.
Vrolijk Pasen!
Rafael zegt
Dank je Jana lees en maak graag de recepten die ik hier lees
🙏gezegend Pasen an allen