Een echte boeddhist is geen boeddhist, daarom ben ik een echte boeddhist.
Het boeddhisme is een van de weinige wijsheidstradities die, af en toe, hier en daar, zijn eigen overstijging tot leerstuk heeft verheven.* ‘Dood de Boeddha’ heet het, en ‘sunyata-sunyata’, de leegte van de leegte.
* Een andere is het pyrronisme, de sceptische leer van Aenesidemus in de geest van Pyrrho van Elis, die zelfs het orthodoxe scepticisme in twijfel trekt.
In de Alagaddupama-Sutta vinden we de gelijkenis van het vlot, die gaat ongeveer zo:
De gelijkenis van het vlot
Een reiziger komt voor een breed water te staan. Hij kan niet zwemmen en er is nergens een brug of veerboot te bekennen. Met wat takken, twijgen, bladeren en gras flanst hij een vlot in elkaar en spartelt naar de overkant.
Zal deze reiziger, op de andere oever aangekomen, denken: dankzij dit vlot kon ik veilig oversteken, laat ik het voortaan maar meeslepen, je weet nooit of het nog eens van pas komt? Nee hè. Hij zal het vlot achterlaten zodat hij kan gaan en staan waar hij wil.
Zo is het ook met het boeddhisme. Het is bedoeld om over te steken, niet om met je mee te slepen. Uiteindelijk moet je de leringen opgeven.
De oceaan van agnose
Wie elke lering opgeeft, is geen leerling meer en geen leraar.
Hij is geen boeddhist meer, geen bodhisattva en geen boeddha.
Hij zit niet in samsara, niet op een vlot, niet in nirwana.
Wie elke lering opgeeft weet niet meer wie of wat of waar hij is.
Wat valt er nog over hem te zeggen? Wat zou hij zelf nog moeten zeggen?
Zijn bestaan is een oceaan van agnose.