Paul van der Velde, prof. Boeddhisme aan de universiteit van Nijmegen, wijst er herhaaldelijk op dat het echte boeddhisme heel anders is dan in de boekjes wordt beschreven. In het Westen wordt het boeddhisme gezien als een weg naar een andere staat van geest waarvoor je hard moet mediteren. Van der Velde benadrukt dat in de landen waar het boeddhisme tot het openbare leven behoort, de mensen het boeddhisme niet beoefenen, maar consumeren. Ze bezoeken tempels, branden wierook en vertellen elkaar rare verhaaltjes.
Van der Velde heeft gedeeltelijk wel gelijk, maar zijn commentaar is nogal eenzijdig. Iedereen die er moeite voor doet en in Aziatische landen op zoek gaat, kan eenvoudig vaststellen dat er wel degelijk in het boeddhisme wordt gemediteerd en in Aziatische biografieën staat vaak te lezen dat de betreffende persoon een periode onder leiding van een leraar meditatie en of yoga heeft beoefend. Wat wel weer waar is, is dat er in Azië op religieus gebied heel wat meer aan de hand is dan in de meeste boeken wordt beschreven. Dit geldt overigens niet alleen voor het boeddhisme, maar ook voor het hindoeïsme, daoïsme en confucianisme. In dit stukje zal ik proberen uit te leggen hoe dat komt.
De religieuze dynamiek in China en Taiwan
Mijn analyse gaat alleen over China en Taiwan, maar het principe geldt in zekere mate voor alle Aziatische landen. Het begint met een centralistisch geregeerde staat, zoals bijvoorbeeld China, waar een enkele heerser, de keizer, de dienst uitmaakt. Om de keizer heen verzamelt zich een adel en in de keizerlijke bubbel groeit er een grote overeenstemming over wat fatsoenlijk is en wat niet. Als er dan vertegenwoordigers van een religieuze stroming aan het hof komen en subsidie vragen voor het neerzetten van een tempel of een universiteit, dan stelt men vanzelfsprekend aan deze stroming de eis dat ze wel fatsoenlijk moet zijn. Grote tempels en universiteiten trekken veel bezoekers en creëren zo veel aanhang. Het hof bepaalt dus op deze manier welke vormen van religie dominant worden. Deze stromingen hebben ook veel leden in dienst die er boekjes over schrijven en die boekjes komen ten slotte als vertalingen in het Westen terecht. Elke religieuze beweging die graag wil groeien probeert daardoor zo fatsoenlijk mogelijk te lijken. Daarom zijn er veel waarden en normen die door het Chinese boeddhisme, daoïsme en confucianisme worden gedeeld. Het zijn de waarden en normen van de heersende klasse.
Dit verschil tussen een levendige onderlaag en een versteende bovenbouw werd nog versterkt doordat enerzijds de officiële levensvisies hun best deden om zo min mogelijk op een volksreligie te lijken en anderzijds de volksreligies zich juist voordeden als een aantrekkelijk alternatief. Het echte boeddhisme was alleen voor monniken, het volk mocht toekijken, niet meedoen. Je kon ook niet zomaar monnik worden, daar moest je lang voor oefenen en studeren. Als je dat had gedaan, dan was je er ook van overtuigd geraakt dat het echte boeddhisme op een heel oude traditie berust en op zich al volmaakt is en dat daarom nieuwe ideeën zoveel mogelijk geweerd moeten worden. De sinoloog Hubert Seiwert schrijft hierover: De bekende situatie dat de drie tradities, confucianisme, daoïsme en boeddhisme, allemaal de status van een orthodoxe leer hebben, bestond dus niet vanaf het begin. In plaats daarvan was dit het eindresultaat van een historisch proces dat de vorming van orthodoxe religies en filosofische scholen teweegbracht. In zekere zin was deze vorming van orthodoxie een oorzaak van de ontwikkeling van een heterodoxie. In feite ging de vestiging van orthodoxe tradities gepaard met het uitbannen van de heterodoxie… De krachten van religie werden gedeeltelijk gedomesticeerd door de vorming van orthodoxe, door de staat gecontroleerde vormen van taoïsme en boeddhisme. Er bleef echter een religieuze onderstroom van volkstradities bestaan die zijn eigen dynamiek had en ontsnapte aan de controle van de staat en de officiële geestelijkheid (Popular religious movements and heterodox sects in Chinese history, blz. 14, mijn vertaling). Een soortgelijk proces heeft zich ook in het christendom voorgedaan, waar de paus in Rome eeuwenlang het middeleeuwse karakter van de katholieke kerk in stand heeft weten te houden.
De volksbewegingen lijken meer op het protestantisme. Iedereen kan aanschuiven. Nieuwe leden worden zelfs aangemoedigd om vrijwilligerswerk te doen en de lessen en instructies voor meditatie en yoga of innerlijke alchemie (nèidān shù 內丹术) zijn voor iedereen toegankelijk. Je kunt er zelfs carrière maken, als je een tijdje meeloopt dan kun je zelf rituelen uitvoeren en lessen geven. Je komt in een nieuwe wereld terecht. Je kunt er een nieuw thuis vinden, een nieuwe familie en nieuwe kennissenkring en een nieuw netwerk van relaties waarop je in allerhande praktische gevallen een beroep kan doen.
Weixin Shengjiao
Dit is in China en Taiwan nog steeds het geval. De Italiaanse socioloog Massimo Introvigne schrijft bijvoorbeeld: De context van de opkomst van de Weixin Shengjiao, een van de grootste inheemse nieuwe religies in Taiwan, aan het eind van de twintigste eeuw, omvatte drie belangrijke elementen. Het eerste was de religieuze opleving in Taiwan na de Tweede Wereldoorlog, die voortkwam uit een reeds bestaand, ongelijksoortig mozaïek van religieuze organisaties en overtuigingen, waaronder de traditionele drie levensleren (boeddhisme, confucianisme en daoïsme) en een verscheidenheid aan volksreligies. De nieuwe religies ontkenden normaal gesproken de levensleren niet, maar combineerden ze met volksgeloven in syncretistische projecten die werden geleid door de religieuze creativiteit van hun stichters.
Ten tweede was de noodtoestand, die tussen 1949 en 1987 in Taiwan van kracht was en onder andere de godsdienstvrijheid ernstig beperkte. Het einde van de lange periode van de noodtoestand in 1987 maakte het mogelijk om verschillende nieuwe religies wettelijk te erkennen en te registreren.
Het derde element was de Culturele Revolutie op het vasteland van China (1966-1976), die leidde tot de vernietiging van duizenden bibliotheken, tempels en andere culturele en religieuze herinneringen, in naam van een strikte interpretatie van het marxisme en maoïsme. Als gevolg hiervan vonden de Taiwanese autoriteiten dat het eiland moest optreden als beschermer van het bedreigde Chinese culturele erfgoed en het moest bewaren voor toekomstige generaties. (mijn vertaling, https://wrldrels.org/2016/11/12/weixin-shengjiao/)
De praktijk: een dag met de voorouders
In het kader van een internationale conferentie over daoïstische studies waren mijn echtgenote en ik op 1 januari 2024 uitgenodigd voor een bijeenkomst van de Weixin Shengjiao in het stadion van de Taiwanese stad Taoyuan. De stad telt zo’n 2 miljoen inwoners en ligt op 40 km ten zuidwesten van de hoofdstad Taipei. Het was al de 18e keer dat deze jaarlijkse ceremonie plaatsvond. We waren de avond tevoren per vliegtuig in Taipei gearriveerd en naar een mooie hotelkamer gebracht. Vandaar werden we de volgende ochtend na het ontbijt met een bus naar het stadion gereden.
Toen we aankwamen was het er al aardig druk. Er stonden veel bussen en onze bus moest nog een rondje rijden om op de plaats van bestemming aan te komen. Later hoorden we dat er in het stadion meer dan 10.000 mensen werden verwacht. Als deelnemers aan de conferentie kregen we een plaats vooraan, dicht bij het altaar dat aan een kant van het stadion was opgericht.
Om 11:00 uur werden er de vegetarische maaltijden uitgedeeld met eetgerei en een flesje water. Vervolgens moesten we allemaal tegelijk het geopende maaltijdpakket voor ons omhoog houden en werd er een gebed uitgesproken, zodat wij op deze manier onze maaltijd aan de voorouders aanboden. Tot de voorouders werden ook de slachtoffers van de conflicten op Taiwan in de vorige eeuw en zelfs van de wereldoorlogen gerekend. De voorouders toonden zich erg bescheiden, zodat we vervolgens zelf van de maaltijd mochten genieten.
Om 13:00 uur begon de ceremonie. Deze bleek te bestaan uit allerhande uitvoeringen die aan de voorouders werden aangeboden, maar waarvan wij natuurlijk ook konden genieten, zoals dansuitvoeringen, gezang en drumconcerten. Daar tussendoor kwamen ook nog allerhande officiële instanties en hoogwaardigheidsbekleders hun respect betuigen aan de voorouders, hetgeen er voornamelijk uit bestond dat ze een bloem in een bak voor het altaar plaatsten. Ook aan ons, de buitenlandse gasten, viel deze eer te beurt.
Het leukste was nog wel de dansuitvoering van de 16 autochtone stammen. Dit ging er heel vrolijk aan toe. Het hoogtepunt was dat de dansers zich tussen het publiek op het speelveld van het stadion begaven, waar wij dus ook zaten, en de mensen meetrokken in hun dans. Op den duur huppelden vele mensen hand in hand met de dansers in een soort kringdans. De dansers en danseressen waren ook prachtig gekleed, in felle kleuren en soms met verentooien op hun hoofd. Het deed een beetje denken aan de kleding van de Amerikaanse indianen, alleen droeg men geen leer.
Behoefte aan saamhorigheid
De nieuwe religieuze bewegingen zijn op Taiwan betrekkelijk nieuw, maar ze hebben in China een lange geschiedenis. Klassiek is het voorbeeld van de sekte van de gele tulbanden (Huángjīn 黃巾), die in het jaar 185 bijna de keizer uit zijn paleis wisten te verjagen (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Gele_Tulbanden). Deze religieuze bewegingen werden dus door de regering met argusogen bekeken en vaak zelfs onderdrukt. Aan de andere kant wisten ze ook soms door te dringen tot de hogere kringen. De beweging van Luó Zū. 羅租 (oorspronkelijke naam Ménghòng 夢鴻, 1443-1527), die zeer sterk door het boeddhisme was beïnvloed, werd onder de adel heel populair en beïnvloedde vele andere bewegingen.
Vooral als een religieuze beweging begon te verkondigen dat het einde der tijden nabij is en dat er een nieuwe tijd zal aanbreken waarbij de wereld zal worden geregeerd door Maitreya, Amithāba, dan wel Lăozĭ, werd ze gevaarlijk. Voordat je het wist hadden ze een legertje gevormd, waarmee ze dan probeerden het einde der tijden wat eerder te laten aanbreken. Het is een enkele keer ook wel eens gelukt. Helaas kwam er na verloop van tijd dan een nieuwe keizer aan de macht die niet altijd veel beter was dan de oude.
Voor de individuele leden zijn de nieuwe religieuze bewegingen vaak erg aantrekkelijk, zeker in een maatschappij waarin sociale mobiliteit en dus eenzaamheid veel voorkomt. Aan de andere kant vormen deze bewegingen ook een democratische kracht. Een beweging als de Weixin Shengjiao, krijgt meer dan 10.000 mensen in een stadion bij elkaar en bezit 43 tempels, zowel op Taiwan als op het vasteland van China. Zo’n beweging heeft zeker op Taiwan heel wat in de melk te brokkelen. In China kennen we de Falun Gong (法轮功, het Werk van het Wiel van de Leer) of Falun Dafa (法轮大法, de Beoefening van het grote Wiel van de Leer). Deze wordt vanaf 1999 streng vervolgd, maar is in de diaspora nog prominent aanwezig. De beweging had in China eens 70 miljoen aanhangers. Ze bekritiseert de moderne tijd en de Chinese Communistische Partij. De leer bestaat in grote lijnen uit morele zuiverheid, meditatie en een paar eenvoudige lichaamsoefeningen. De belangrijkste deugden zijn eerlijkheid, mededogen en verdraagzaamheid. Het doel is het terugvinden van het oorspronkelijke zuivere zelf. Daarbij moet al het materialisme, gehechtheid aan rijkdom, verdienste of reputatie worden afgezworen.
Omdat Taiwan een democratie is, zelfs een nog jonge democratie, komen de nieuwe religieuze bewegingen daar gemakkelijker op. Zo is de grootste tempel in Taipei het eigendom van een beweging die het ‘Ware Geloof van Xing Tian Kong’ (Ethiek van de Hemelse Tempel,行天宮) heet. Deze tempel trekt dagelijks tienduizenden bezoekers en beveelt een confucianistische levenswijze aan. Het is trouwens moeilijk om de bewegingen bij een officiële levensbeschouwing onder te brengen. Ze putten voor hun symbolen, mythes, rituelen en verlossingsmethoden uit een grote verzamelbak van allerhande herkomst, die in de loop der tijd min of meer gemeengoed zijn geworden. Ze worden allemaal door elkaar gebruikt, er is voor elk wat wils. Dat er daardoor grote tegenspraak ontstaat, lijkt niemand te deren. Waarheid en illusie spelen er samen een soort verstoppertje.
Oprichters van nieuwe religieuze bewegingen zijn vaak mensen die een openbaring hebben ervaren. Het komt ook voor dat een nieuwe beweging ontstaat door een groot verschil van mening tussen leiders of de dat er een leider overlijdt en de opvolgers elk een andere kant op gaan. Als een beweging groeit kun je er ook erg rijk van worden en daarmee politieke macht en aanzien krijgen. Dit geldt niet alleen voor de leider maar ook voor zijn naaste medewerkers. Vanaf de late Mingtijd (1500) zijn de nieuwe bewegingen ook een grote hoeveelheid boeken gaan produceren, waardoor ze een nog grotere bekendheid kregen. Onderdrukking en boekverbrandingen werden daardoor minder effectief, omdat er altijd wel een aantal boeken verborgen werden en dus overbleven. Zo kon een beweging weer terugkomen als de ergste vervolgingen waren geluwd.
De nieuwe bewegingen komen niet alleen in China en Taiwan. In Vietnam bestaat de Cao Dai (Đạo Cao Đài) bijvoorbeeld al vanaf 1925 (zie het artikel in Wikipedia). In Korea is er sinds 1969 de Daesun Jinrihoe (대순진리회, ook beschreven in Wikipedia). In Thailand is de Dhammakaya-beweging een tijd lang erg machtig geweest. Het is duidelijk dat deze bewegingen voldoen aan een behoefte waaraan niet door de officiële levensbeschouwingen wordt voldaan. In het Westen lijkt de behoefte ofwel minder te zijn ofwel effectiever te worden onderdrukt. Misschien komt dit wel doordat daar de illusie heerst dat alleen de waarheid ons kan verlossen en dat die waarheid alleen maar individueel kan zijn. In het Oosten denkt men daar anders over.
https://en.wikipedia.org/wiki/Caodaism
https://en.wikipedia.org/wiki/Falun_Gong
https://en.wikipedia.org/wiki/Daesun_Jinrihoe
Seiwert, Hubert Michael: Popular religious movements and heterodox sects in Chinese history, Brill, Leiden 2003
The Tiếp Pháp Trương Văn Tràng (vert.): The teachings of the Great Way, Research. Dep. Repr. Org. Caodai overseas, Los Angeles 2015
Chang Yi-Jui: Gui Gu Zi Heart Dharma in Taiwan, Weixin ZongCultural Communication Co Ltd., Taichung 2018
Chang Yi-Jui: Taiwan Weixin Shengjiao, a new world religion, Zhan Zhi Xin Fo Temple, Fugei 2018