In Vrijdag Zindag bespreek ik vaak de relatie tussen betekenisgeving en macht, ook in de politiek. Daar lijkt democratie het beste huwelijk tussen die twee. Voor het huwelijksgeluk geldt wel een cruciale voorwaarde. Democratie kan alleen goed werken als iedere kiezer weloverwogen, vanuit een expliciete waardenset, beslist wie of wat die kostbare stem krijgt. Als de kiezer niet voldoet aan die voorwaarde, loopt het democratisch proces gevaar.
Feitelijk is de democratie altijd al kwetsbaar, omdat bijna niemand over de volledige kennis beschikt die nodig is om verantwoord te stemmen. Voor een goede keuze is elke kiezer afhankelijk van de voorhanden informatie. Dat was al zo in de tijd van de verzuiling, toen elke zuil een eigen partij had, vaak met omroep en krant als media. Het waardenpakket was zonneklaar en de keuze snel gemaakt. Betekenisgeving en macht waren strak georganiseerd.
De ontzuiling bracht een vrije informatiemarkt met nieuwe media. De traditionele, ooit verzuilde partijen krimpen nu. Nieuwe, vaak populistische rechtse partijen domineren. Talkshows, TV-debatten en social media zijn de nieuwe informatiebronnen. Betekenisgeving en macht zijn nu op een veel minder voorspelbare manier verbonden.
Na de laatste verkiezingen krijgen centrum-linkse partijen, met vaak een lange geschiedenis, van nieuwe rechtse succespartijen het etiket ‘elitair’ opgeplakt. Je zou bij ‘elite’ natuurlijk kunnen denken aan de lobby van de vaderlandse multinationals en agro-industrie, maar in dit geval wordt ‘elite’ vereenzelvigd met de zogenaamde theoretisch of hoger opgeleiden. Die stemmen volgens onderzoekers vooral centrum-links, terwijl veel praktisch of lager opgeleiden een voorkeur hebben voor centrum-rechtse partijen.
Wat zelden gezegd wordt, want kennelijk een taboe is: die theoretisch of hoger geschoolden gaan doorgaans beter voorbereid naar de stembus dan de minder geschoolden. Ze hebben in doorsnee meer toegang tot bronnen van betekenisgeving en doorzien vaak machtsprocessen. Aan de cruciale voorwaarde voor een goed werkende democratie voldoen ze dus gemiddeld beter. Gemiddeld, want onder de hoger geschoolden zijn er die hun voorsprong niet benutten, zoals er onder de lager geschoolden kiezers zijn die zich voortreffelijk weten te oriënteren.
Klopt dit allemaal, dan zouden lager opgeleiden hun keuze eerder maken op grond van gemakkelijk voorhanden informatie, vanuit toegankelijke media, desinformatie inbegrepen. Ook al is niet alles wat beweerd wordt waar, de doorslag geeft een gevat antwoord, een oneliner, een slogan, een sfeer van betrouwbaarheid. Spindoctors weten exact hoe ze betekenisgeving in dienst kunnen stellen van de machtspositie van hun opdrachtgevers. Op basis van het onvolledige aanbod kan de kiezer nog steeds tot een gefundeerde keuze komen, maar het uitgangspunt is beperkter. En ja: beter opgeleiden zouden beter moeten weten, maar ook zij kunnen gevoelig zijn voor verlokkende informatie, fake news en complottheorieën.
Dat de linkse elite nu beschuldigd wordt van arrogantie en hooghartigheid, leidt tot zelfonderzoek en zelfkastijding. Hoe te reageren?
Als het zo is dat de hoger opgeleiden meer overwogen tot een keuze komen, dan zou het ook hun roeping kunnen zijn om hun kennis te delen en deze voorsprong niet voor zich te houden. Alleen, hoe zou dat moeten?
Als antropoloog heb ik me een tijdje bezig gehouden met een compleet andere vraag, namelijk waarom Pinksterkerken wereldwijd zo spectaculair gegroeid zijn, met name onder lager geschoolden. Het klinkt misschien gek, maar de linkse elite die haar kennis wil delen, kan volgens mij iets hebben aan de verklaring voor dat succes. Wat is die dan?
Kort gezegd: kom met een heldere boodschap op basis van duidelijke waarden, ga in op de problemen en ervaringen van laaggeschoolden, faciliteer direct te realiseren oplossingen, geef iedereen een rol in je organisatie, vorm face-to-face groepen, mijd het elitaire taalveld.
Hé, dat waren, terugkijkend, ooit de kenmerken van de verzuilde linksen…
Hoe dan ook, zo kun je volgens mij betekenisgeving en macht effectiever op elkaar afstemmen en de kwetsbare democratie duurzamer maken.