De calvinistische Nederlanders behoren tot de gelukkigste volkeren op aarde. Alleen Denen, Noren en Zwitsers zijn nog gelukkiger. Dat blijkt uit het onlangs door de Verenigde Naties gepubliceerde World Happiness Report. De onderzoekers keken bij het samenstellen van de lijst onder meer naar de jaren die mensen gemiddeld in gezondheid leven, of ze iemand hebben op wie ze kunnen rekenen en of ze in vrijheid levenskeuzen kunnen maken. Ook vrijgevigheid, het vrij zijn van corruptie en het besteedbaar inkomen tellen mee.
Het onderzoek van het Earth Institute van de universiteit van Columbia, in opdracht van de Verenigde Naties, is gehouden tussen 2010 en 2012. In de editie van afgelopen jaar stond Nederland ook op de vierde plek.
Opvallend is dat zogenoemde boeddhistische landen niet per definitie hoog scoren. Thailand bijvoorbeeld staat op een 36ste plaats. De Thai zijn- gemeten volgens de maatlat van de VN, een stuk minder gelukkig dan men denkt. Nederlanders zijn rijker, gezonder, hebben minder last van corruptie en hebben een beter sociaal leven.
Maar we hoeven niet zo ver van huis te gaan om ‘ongelukkige’ mensen te vinden. België bijvoorbeeld staat op de 21ste plaats van gelukkige landen. Duitsland, waar het momenteel met de economie stukken beter gaat dan in Nederland, scoort een 26ste plaats op de lijst. De inwoners van de vijf Afrikaanse landen Rwanda, Burundi, de Centraal Afrikaanse Republiek , Benin en Togo hebben het het minst getroffen.
De Verenigde Naties verlangen van overheden dat ze het geluk van hun burgers bevorderen. Het geluk van Nederlanders blijkt uit cijfers, als je hen rechtstreeks vraagt of ze gelukkig zijn beginnen ze gelijk te klagen. Beleidsmakers en politici lijken een hekel te hebben aan het woord geluk, en zeker om daar een gewoonte van te maken. Premier Rutte vindt zelfs dat burgers hun eigen geluk moeten creëren en bevorderen, de overheid is geen geluksmachine.
Daar denken ze in Almelo heel anders over. Daar is een projectleider ‘geluksbudget’ aangesteld. Zo’n vijftig mensen met een fysieke of sociale handicap krijgen van de gemeente maximaal 450 euro om hun droom te realiseren. Ze kunnen er een cursus fotografie mee doen, ze kunnen ervan naar de sportschool. “We vragen dus: wat wil je doen, en niet: wat wil je krijgen”, verwoordt projectleider Claessens het doel van het project: mensen in beweging zetten, zodat ze de cyclus ziek – niets doen – stress – nog zieker doorbreken.
De activiteiten maken de inwoners gelukkiger en dat scheelt medische kosten. Van de paar eerste deelnemers daalden artsenbezoek en medicijngebruik met bijna een kwart.
Uit cijfers van het Centraal Planbureau blijkt echter dat Nederlanders gelukkig zijn zonder dat daar ooit overheidsbeleid op is losgelaten. Capaciteiten om geluk te bereiken zijn deels aangeboren. Dus geen beleid ontwikkelen om bij de burgers dat geluksgevoel te ontwikkelen? Nee, zegt professor Ruut Veenhoven, die jarenlang onderzoek deed naar geluk. De overheid hoeft volgens hem geen gedrag voor te schrijven, maar kan mensen wel voorlichten, zodat zij weten wat het voor hun geluk betekent als zij bepaalde keuzes maken in het leven.
Hij ziet nog veel meer mogelijkheden. De kwaliteit van ambtenaren, de mate van welvaart, van vrijheid, van gelijkheid tussen mannen en vrouwen; dat zijn allemaal factoren die het verschil maken tussen gelukkige en ongelukkige landen. Die factoren zijn dus ook te beïnvloeden, zegt Veenhoven. Sociale zekerheid en inkomensongelijkheid doen er daarentegen weinig toe.
Geluk is geen garantie, geen wondermiddel om in de jungle van onze samenleving te kunnen overleven. Zo blijkt uit het World Happiness Report 2013. Hoewel gelukkige mensen en samenlevingen een aantal voordelen hebben, betekent dit niet dat dat subjectief hoge welzijn een wondermiddel voor alles is. Geluk is bijvoorbeeld geen garantie voor een goede gezondheid, maar kan die wel bevorderen. Ook gelukkig individuen kunnen sterven op jonge leeftijd. Echter, gemiddeld zullen ze langer leven.
Het rapport is samengesteld op basis van verschillende studies. Niet elke studie heeft positieve voordelen voor lange termijngeluk gevonden. Uit een paar studies blijkt zelfs geen verschil tussen gelukkiger en minder gelukkige individuen, een toonde zelfs tegengestelde effecten aan. Gelukkige mensen verkeren niet altijd in een staat van euforie of extase. Ze ervaren soms een aangenaam gevoel. Slechts af en toe neemt het gelukkige gevoel in intensie toe. Er is bewijs dat voortdurend in een staat van gelukzaligheid verkeren zelfs schadelijk is voor de gezondheid. Het geluksgevoel kan daardoor dalen. Dus extreem veel geluk is niet een recept voor uiterst doeltreffend functioneren, in feite kan een meer gematigd gevoel van geluk meer nuttig zijn.
Uit studies blijkt dat ook gelukkige mensen af en toe een ontevreden gevoel hebben. Hetgeen niet noodzakelijkerwijs ongewenst is. Wetenschappers hebben aangetoond dat in sommige situaties negatieve emoties mensen kunnen helpen om meer doeltreffend te reageren. Dus betekent geluk niet een volledige afwezigheid van negatieve gevoelens. De gelukkige persoon heeft geen chronisch negatieve gevoelens; hij of zij ervaren negatieve gevoelens slechts af en toe, niet vaak en in de juiste situaties.
Wat maakt mensen gelukkig? Economen beweren gewoonlijk dat het antwoord hoger inkomen en consumptie is. Sociologen benadrukken de kwaliteit van sociale ondersteuning, zoals iemands netwerk van familie en vrienden (‘sociaal kapitaal’). Psychologen benadrukken het belang van persoonlijkheid en geestelijke gezondheid van een individu, de staat van geest (bijvoorbeeld “positieve psychologie” of “mindfulness”). Veel morele filosofen en religieuze leiders hebben gesuggereerd dat deugd de sleutel tot geluk is.
Een hernieuwde focus op de rol van de ethiek, en met name van deugdzaam gedrag op het gebied van gelukkig worden, kan volgens het rapport leiden tot nieuwe en doeltreffende strategieën voor het persoonlijk, nationaal en wereldwijd welzijn.
Tot de moderne era werden deugd en geluk gezien als intrinsiek met elkaar verweven. Gelukkig leven kan bereikt worden door het juiste leven te leven. Leermeesters instrueerden ons om niet onze basisinstincten voor sensuele genoegens en materiële bezittingen te volgen, maar eerder ons hogere potentieel voor compassie en matiging. Het betere pad werd gekenmerkt door hard te werken, je opwerken door middel van studie, opleiding, zelfdiscipline en de emulatie van maatschappelijke voorbeelden. Deze filosofie bestaat in zowel Oost en West, en in zowel seculiere en religieuze tradities.
Bronnen Trouw en World Happiness Report 2013.