Het moet ergens rond 1990 geweest zijn dat ik voor het eerst kennismaakte met pindasoep. Burgers’ Bush, ’s werelds toen nog grootste overdekte regenwoud, was de plaats van handeling. Mijn partner en ik, toen nog jong en kinderloos, zouden voor het eerst van ons leven een verre reis maken naar een tropisch land, en het leek ons leuk om ter voorbereiding een bezoekje te brengen aan Burgers’ Bush. Om alvast de sfeer van een regenwoud te kunnen proeven: de vochtige hitte, de tropische bomen en planten, de geluiden. Er was toen ook een restaurantje, en ze serveerden ook tropische gerechten, zoals pindasoep. Ik vond het heerlijk! Ook een vegaklassieker uit de vorige eeuw?
Burgers’ Bush bestaat nog steeds, ook het bushrestaurant is er nog, maar pindasoep serveren ze helaas niet meer. Wel Ramen groentebouillon voor €7,50. Geen nood, pindasoep is eenvoudig zelf te maken, en voor minder dan €7,50 maak ik een hele pan vol. Ik bladerde door allerlei kookboeken in huis maar vond geen recept. Daarom maakte ik het zoals ik het sinds 1990 altijd maak. Het is een ideaal restjesrecept waar van alles en nog wat in kan: restjes rijst, restjes groente, restjes bouillon, restjes satésaus. De ingrediënten komen dus niet zo nauw: varieer gerust.
Ingrediënten voor 3 personen als maaltijdsoep, of voor 6 personen als voor- of bijgerecht:
- Scheutje olie naar keuze
- 1-2 uien, gesnipperd
- 1-2 tenen knoflook, uit de knijper of fijngehakt
- Eventueel een stukje gember, fijngehakt
- Naar smaak sambal (1 theelepel – 1 eetlepel als je van pittig houdt)
- Indonesische kruiden, zoals sereh, koenjit, ketoembar, laos, fenegriek, kurkuma, ca. 1 theelepel per kruid (pas op met djinten, daarvan doe ik hooguit ½ theelepel)
- 1 liter bouillon (van 2 groentebouillonblokjes)
- Groenten naar keuze, bijvoorbeeld Chinese roerbakmix of pak nasi/bami groente
- ½ pot pindakaas (ongeveer 175-200 gram)
- Scheut ketjap (manis)
- Sap van ½ citroen
Fruit ui, knoflook en eventueel gember in de olie, voeg dan de sambal en de kruiden toe, fruit even mee. Voeg de pindakaas toe en roer goed los, fruit ook de pindakaas kort mee. Voeg vervolgens bouillon en groenten toe. Bij een nasi of bami pakket probeer ik altijd de taugé van de rest te scheiden en pas op het allerlaatst toe te voegen, dan blijft het knapperig. Roer alles goed door tot alle pindakaas is opgelost en kook (afhankelijk van het soort groente) ongeveer 10 minuten, tot alle groente bijtgaar is. Roer er tot slot een scheut ketjap doorheen en het sap van een halve citroen. Proef of de soep zoet, zout en zuur genoeg is. In de meeste recepten wordt suiker (of palmsuiker) toegevoegd, zelf vind ik dat niet nodig. Voeg eventueel nog een beetje zout, suiker, citroensap, of ketjap toe. Serveer eventueel met peterselie of koriander. Een restje soep blijft in de koelkast een paar dagen goed. Verdun eventueel met wat water of bouillon.