Wanneer we de hersenen van onze jeugd onderwijzen,
Mogen we niet vergeten hun hart te onderwijzen
-Dalai Lama, Nobelprijswinnaar voor de Vrede en boeddhistische leraar
Op drie Jozefscholen in Muiden en Weesp wordt schoolbreed met de onderwijsmethodiek Hart van Onderwijs (HvO) gewerkt. HvO is een onderwijsmethodiek voor persoonlijk, sociaal en systeemleren op basis van tien HvO elementen. De tien HvO elementen zijn de vier hartkwaliteiten en de zes leercompetenties. Volgens de visie van HvO zijn de vier hartkwaliteiten en zes leercompetenties altijd en overal in elke levenssituatie aanwezig, dus ook in het onderwijs.
HvO is op het boeddhisme geïnspireerd en is gestoeld op een mix van westerse wetenschappelijke pedagogische inzichten en eeuwenoude oosterse wijsheden en werkwijzen. Deze versmelting van westerse en oosterse inzichten vormt daarmee de kracht van de methode. De methode is tot nu toe op kinderen van 3 tot 12 jaar toegepast, maar kan ook voor kinderen op latere leeftijden ingezet worden. Leerkrachten, intern begeleiders, ouders, coaches en iedereen die met kinderen werkt, kunnen deze methode gebruiken.
HvO beoogt de volgende doelen te realiseren:
- Het bevorderen van welbevinden, welzijn of ook wel geluk en tevredenheid. Dit is een belangrijk basis voor onderwijs. Als kinderen goed in hun vel zitten, kunnen ze zich optimaal ontwikkelen;
- Het vergroten van sociale competenties door het trainen van sociale vaardigheden, die aan vijf sociale thema’s gekoppeld zijn;
- Het verbeteren van leervaardigheden en werkhouding, zoals motivatie en concentratie;
- Het verdiepen van leerprocessen door systeemleren;
- Het versterken van een positief klassen- en schoolklimaat;
- Het bevorderen van (wereld)burgerschap en identiteit. HvO heeft een positieve invloed op de identiteit van de school, omdat kinderen met kernwaarden (hartkwaliteiten) in combinatie met specifieke leercompetenties werken;
- Het vergroten van zelfinzicht door het stimuleren van positieve gevoelens, houdingen en gedragingen. Kinderen krijgen ook meer zelfinzicht als ze weten hoe ze met ongewenste/negatieve gevoelens, houdingen en gedragingen om moeten gaan. Het ontwikkelen van eigenaarschap en het leren doorbreken van beperkende patronen helpt tevens bij het vergroten van zelfinzicht;
- Het bredere doel is om kinderen en volwassen als ‘mens’ te laten groeien.
De vier hartkwaliteiten
De vier hartkwaliteiten, ofwel de brahma vihara’s in het boeddhisme genoemd, openen het hart van kinderen en leerkrachten en werken als katalysatoren om innerlijke wijsheid en compassie op te wekken. Het zijn belangrijke universele kwaliteiten die mensen in hun ‘menselijkheid’ doen groeien. Het zijn dan ook krachtige kernwaarden. De vier hartkwaliteiten staan hieronder beschreven en worden in het prentenboek “Vier Hartsvrienden” uitgewerkt:
- Vriendelijkheid: kinderen zijn aardig voor zichzelf, elkaar en de wereld, waardoor een algemeen gevoel van welbevinden bevorderd wordt.
- Hulpvaardigheid kent twee vormen. In de actieve vorm leren kinderen elkaar helpen en hulp vragen. In de receptieve vorm leren kinderen zichzelf in anderen te verplaatsen en elkaar aan te voelen. Dit wordt wel empathie of medegevoel genoemd. Hulpvaardigheid bevordert zelfvertrouwen, zelfwaardering, begrip, medegevoel en het helpen van elkaar. Hulpvaardigheid komt ook naar voren in uitspraken als:
– “Wie goed doet, ontmoet goed”
– “Wat je niet wilt dat er met jou gebeurt (een ander met jou doet), doe dat ook niet bij een ander”.
- Blijdschap: kinderen waarderen zichzelf en de ander. Blijdschap draagt een kwaliteit van elkaar iets gunnen in zich. Het leren geven van complimenten is een belangrijke bron voor de ontwikkeling van blijdschap. Blijdschap bevordert plezier, zin, zelfvertrouwen, waardering en elkaar iets gunnen
- Verbondenheid/verbondenheid/gelijkheid: kinderen accepteren zichzelf en elkaar, zoals ze zijn. Het is ook het onpartijdig geven van vriendelijkheid of medegevoel, zonder andere kinderen buiten te sluiten. Verbondenheid bevordert gemoedsrust, respect, emotionele evenwichtigheid en blijdschap.
“Leer deze vier hartkwaliteiten aan jongeren.
Ze zullen zich zelfverzekerd voelen, sterk, opgewekt
en zonder aandoeningen van lichaam en geest.
Ze zullen goed zijn toegerust voor het leven.”
Thich Nhat Hahn uit “Vier Hartsvrienden”
De zes leercompetenties
De zes leercompetenties, ofwel de paramitas in het boeddhisme genoemd. De leercompetenties zijn vermogens om vaardig te leren en vaardig met elkaar om te gaan. Ze worden wel met roeibootjes vergeleken, omdat ze kinderen en leerkrachten van de negatieve, ongewenste oever naar de positieve, gewenste oever brengen. Ze worden ook positieve spaarpotten genoemd, omdat ze sterker worden naarmate ze meer geoefend worden. De zes leercompetenties worden in het prentenboek “Zes Waardevolle Vrienden” verder uitgewerkt. Hieronder worden ze kort genoemd:
- Geven/delen: “We geven, delen en lenen van elkaar, zonder er meteen iets voor terug te willen vragen.
- Discipline: “We houden ons aan regels op school, vergroten positief gedrag en vermijden negatief gedrag.”
- Geduld: “We leren omgaan met moeilijke dingen.”
- Inzet: “We doen ons best om iets te bereiken en om een leuke en goede klas te krijgen.”
- Concentratie: “We richten onze aandacht, houden onze aandacht vast en brengen onze aandacht weer terug.”
- Wijsheid: “We leren veel over onszelf, de ander en de wereld.”
“Als je de zes leercompetenties werkelijk ter harte neemt,
haal je het beste uit jezelf en een ander en word je een gelukkig mens”
Sogyal Rinpoche uit “Zes Waardevolle vrienden”
De tien HvO elementen worden in de drie leerdimensies toegepast. Deze zijn persoonlijk, sociaal en systeemleren.
Persoonlijkleren
HvO ziet het persoonlijke en leren als één geheel: persoonlijkleren. Bij persoonlijk leren is de leerling eigenaar over zijn eigen leerproces. Dit proces kan van cognitieve of sociaal-emotionele aard zijn. De leerling draagt verantwoordelijkheid over zijn eigen leerproces. Leerlingen die meer eigenaar zijn van hun leerproces zijn meer betrokken en gemotiveerd, leren met meer plezier en halen betere leerresultaten. Het leren reflecteren op leerresultaten, het eigen leerproces, persoonlijke gevoelens en ervaringen, conflicten en het eigen gedrag, is een belangrijk onderdeel van het persoonlijk leren. Binnen Hart van Onderwijs vormen ik-kaartjes, posters, medailles, stickers hier onderdeel van. Hiernaast staat een ik-kaartje afgebeeld.
Ik-kaartjes zijn persoonlijke doelen waaraan een aantal weken wordt gewerkt. Het bevat een ik-zinnetje en een tekeningetje van het dier dat gekozen is. Kinderen beoordelen zichzelf op het zinnetje op twee momenten. Op deze manier kunnen ze zien of ze al dan niet vooruitgegaan zijn.
Sociaalleren
HvO ziet samenwerken, spelen en delen en leren ook als één geheel: sociaalleren. Bij sociaalleren wordt van de ‘HvO schijf van 5’ uitgaan. Deze schijf bestaat uit vijf sociale thema’s, waarin kinderen schoolbreed sociale vaardigheden aanleren en sociaal competenter worden. Het gaat hierbij ook om het ontwikkelen van een goed pedagogisch klimaat. In deze thema’s worden de hartkwaliteiten en de leercompetenties aan elkaar gekoppeld. De vijf thema’s zijn:
- We zijn een groep; hierin wordt het fundament van een groep gelegd;
- Samenwerken, delen en spelen. Als kinderen leren samenwerken, lijkt het net alsof het ‘lichaam’ van de groep groter wordt, omdat 1 + 1 dan 3 is;
- Spreken en luisteren. Hiermee wordt de ‘communicatie’ in de groep ontwikkeld;
- Verantwoordelijkheid en zorgzaamheid. Hiermee wordt het ‘hart’ van de groep ontwikkeld;
- Blijdschap, waardering en complimenten is een afrondend thema.
Systeemleren.
Systeemleren is nauw verwant met systeemdenken, dat door Peter Senge ontwikkeld is. In Nederland is Jan Jutte een autoriteit die systeemdenken op scholen heeft gebracht. Ook is systeemleren sterk verwant met het begrip “Inter-zijn” van Thich Nhat Hahn (2002). Hij verstaat hieronder: “dat bijvoorbeeld een bloem geen substantiële, aparte entiteit is; zij ontstaat als regenwolken, zonneschijn, aarde, wind, ruimte enzovoort op een bepaalde manier samenkomen. Als we leren om alles op deze wijze te bekijken dan zien we in ieder apart ding alles. We zien de zonneschijn in een bloem, we zien de regenwolken in een bloem, we zien de hele kosmos in een bloem” (Thich Nhat Hahn, 2002).
Systeemleren kan opgevat worden als systeemdenken of Inter-zijn, maar dan vanuit de tien HvO elementen. Systeemleren verdiept de denkprocessen van kinderen doordat ze leren dat:
- Alles met alles verbonden en afhankelijk van elkaar is;
- Alles veranderlijk is;
- Alles onderhevig is aan oorzaak en gevolg;
Een oefening in het systeemleren is het maken van een mindmap over het vervaardigen van een stukje brood. Welke schakels spelen een rol hierbij? Uit onderstaande mindmap leren kinderen dat er veel schakels zijn, die onderling van elkaar afhankelijk zijn. Als er één schakel mist, kan het zo maar zijn dat het stukje brood niet vervaardigd kan worden. Ze kunnen ook zien dat zelfs de zon een belangrijke schakel is. Op deze manier worden de denkprocessen van kinderen verdiept. Ook kan de waardering en compassie voor de diverse schakels vergroot worden. Het stukje brood ligt wel op hun bord, maar daar moet veel voor gedaan worden.
Aandacht in de klas
Een speciaal onderdeel van HvO vormen de lessen van ‘Aandacht in de klas’. Deze lessen zijn belangrijk, omdat aandacht de basis van elk leerproces vormt. In deze tijd van onrust is het bovendien belangrijk dat kinderen rust en ontspanning kunnen ervaren. De lessen versterken ook de concentratiespanne- en daarmee het absorptievermogen van kinderen om leerstof op te nemen; iets waar we ons in deze tijd van intensief gebruik van I-pad, mobieltjes en computer wel zorgen over kunnen maken.
Aandacht in de klas bevat de volgende aandachtsoefeningen:
- Zitoefeningen;
- Luisteroefeningen;
- Ademoefeningen;
- Langzame bewegingsoefeningen;
- Activeringsoefeningen;
Bijzonder zijn de langzame bewegingsoefeningen vanuit de Kum Nye ontspanningsmethode, een Tibetaanse vorm van yoga. Kum Nye is geworteld in oosterse medische en meditatieve tradities met een diep inzicht in de wisselwerking tussen geest, lichaam, adem en zintuigen. Het bestaat uit meditaties, houdingen, bewegingen, ademhalingstechnieken en vormen van zelfmassage. Met Kum Nye breng je je aandacht in je lichaam, zodat je mentaal en fysiek ontspant en opent. Zelfs enkele minuten Kum Nye per dag kan helpen om je evenwichtiger en gezonder te voelen, meer van het leven te genieten en het te waarderen. (Bron: https://www.nyingma.nl/studievelden/kum-nye-tibetaanse-yoga/).
Centraal bij deze langzaam uitgevoerde bewegingsoefeningen is het voelen van sensaties of subtiele gevoelens als ontspanning, rust, warmte, tinteling en helderheid en ruimte. De stimulering van deze sensaties brengen lichaam, adem en geest van zowel de leerling als leerkracht in balans. Dit heeft een positieve uitwerking op het welzijn, aandachtsvermogen, de werkhouding en sociale betrokkenheid van zowel leerkracht als leerling en dus op het leren en lesgeven. De oefeningen verminderen tevens spanning en stress. Hieronder staat de oefening ‘Vliegen’ die in de klas gemakkelijk gedaan kan worden.
Vliegen
Deze oefening kan de gedachtestroom tot rust brengen en het concentratievermogen verhogen.
De uitgangshouding:
Ga ontspannen en in balans staan met het gewicht over beide benen verdeeld;
Voeten op ongeveer schouderbreedte uit elkaar;
Benen recht en knieën niet op slot;
Buik ontspannen, rug en nek natuurlijk gestrekt en hoofd rechtop;
Schouders hangen laag, armen hangen langs het lichaam en vingers zijn ontspannen;
Gezicht ontspannen, ogen kijken met een ruime blik naar voren, kaken ontspannen en mond lichtjes open;
Rustige en gelijkmatige ademhaling, eventueel door neus en mond.
Beweeg je armen langzaam en gelijkmatig zijwaarts omhoog, met de handpalmen naar beneden;
“net als de vleugels van een vogel”
Beweeg je armen tot boven je hoofd, totdat de achterkant van de handen elkaar bijna raken, de vingers zijn gestrekt;
“alsof ze naar de hemel wilt uitreiken”;
Probeer zo weinig mogelijk achterover te hellen;
Strek je armen nog een beetje meer naar boven uit. Voel de strekking, ontspan in de strekking door rustig te ademen tot in je buik en je dijen te ontspannen.
Ontspan je armen en merk de overgang van spanning naar ontspanning op;
Laat je armen heel rustig en gelijkmatig zijwaarts zakken, met de handpalmen naar beneden gericht;
“alsof de vogel weer op de aarde landt”;
Blijf rustig door neus en mond ademen;
Doe de oefening drie keer;
Ga na afloop rustig zitten en voel wat de oefening aan sensaties en gevoelens heeft opgeroepen.
Lp Sander zegt
Geweldig werk.