Kedeng kedeng!
Niet-weten is het deconstrueren van begrippen en beweringen. Deconstrueren is een mooi woord voor blootleggen, kraken, openbreken, ontleden, uithollen, ontmantelen. Alle uitroeptekens wegnemen en vervangen door vraagtekens.
Om hun ban te breken en weer vrij te kunnen denken, kraakt het Witboek Zen boeddhistische woorden, teksten en praktijken. Hieronder een deconstructie van het begrip ‘oorspronkelijke geest’.
Dwarskonten
Opstandige lieden vind je in elke religie en in alle tijden. Jed McKenna is zo iemand. Alexander Smit was zo iemand. Ko Bong was zo iemand. U.G. Krishnamurti was zo iemand, net als zijn zogenaamde tegenpool Jiddu Krishnamurti. Het Citatenboek Niet-Weten staat vol voorbeelden van hun indianentaal. Ze sparen niemand, behalve zichzelf.
Als we de overgeleverde literatuur mogen geloven was zen lang geleden even een levende, beeldenbrekende beweging in plaats van een bende behoudzuchtige schoonzitters en schoonzwetsers. Toen krioelde het er van de dwarskonten, waaronder de eerste zenpatriarch, Bodhidharma (‘alles leeg, niets heilig’), Huangbo en natuurlijk Linji.
Oude Cheng
In de jaren zeventig van de vorige eeuw dook er in Frankrijk een tekst op van nog zo’n dwarskont, Oude Cheng. Ene J. Garillot kreeg hem van een monnik in Indochina en heeft hem in het Frans vertaald.
Begin jaren tachtig verscheen de tekst Propos du vieux Tcheng in het tijdschrift Être. Dat tijdschrift stond onder redactie van de non-dualist Jean Klein, die niet langer onder ons is, behalve als zuiver Bewustzijn.
De Propos du vieux Tcheng is uit het Frans in het Nederlands vertaald door een andere non-dualist van het eerste vuur, Wolter Keers, die niet langer onder ons is, behalve als zuiver Bewustzijn. Zijn versie, getiteld De woorden van de Oude Cheng, verscheen in 1985 in het tijdschrift Chetana.
De Nederlandse vertaling werd integraal voorgelezen tijdens een zomerretraite in 1997 door weer een andere non-dualist, Alexander Smit, die niet langer onder ons is, behalve als zuiver Bewustzijn. Sindsdien denken sommige van zijn bewonderaars dat Smit zelf de Oude Cheng was, zijn schepper, ontdekker of vertaler.
Nieuwe Linji
Wanneer boeddhisten er voor het eerst licht van kregen weet ik niet; zelf maakte ik pas kennis met de woorden van de Oude Cheng in 2016 via het Boeddhistisch Dagblad.
Ik herinner me dat ik net de Linji Lu had hertaald en voor de eerste keer als serie had gepubliceerd in diezelfde krant. Wat leken ze op elkaar zeg, Linji en de Oude Cheng. Wie deed hier wie na?
Uit historisch onderzoek is gebleken dat de Linji uit de Linji Lu, laten we hem Nieuwe Linji noemen, weinig overeenkomsten vertoont met de gelijknamige historische figuur, laten we hem Oude Linji noemen.
Mocht Oude Cheng gemodelleerd zijn naar Nieuwe Linji, dan is hij een constructie van een constructie. Een personage gebaseerd op een personage. Fictie in het kwadraat: Nieuwe Nieuwe Linji.
Of is de Nieuwe Linji gebaseerd op de Oude Cheng: Nieuwe Oude Cheng?
Of is Oude Cheng een Nieuwe Cheng die net als Nieuwe Linji zijn naam ontleent aan een minder inspirerende historische voorganger?
Of is Oude Cheng een verzinsel van die monnik uit Indochina?
Of is die monnik een verzinsel van Garillot?
Of is Garillot een verzinsel van Klein of Klein van Keers of Keers van Smit of Smit van mij of ik van jou?
Naarmate we meer geloven weten we minder.
Het Grote Geheim van de Oorspronkelijke Geest
Nieuwe Linji en Oude Cheng, historisch, mythisch of fictief, hebben met elkaar gemeen dat ze ondanks hun radicaliteit naar absolutisme neigen.
De Nieuwe Linji mag het graag hebben over de leegte, de geest, het licht en de boeddhanatuur, door westerse vertalers meestal van een hoofdletter voorzien: de Leegte, de Geest, het Licht, de Boeddhanatuur.
De Oude Cheng lijkt van huis uit, of na alle non-dualistische hertalingen, verdacht veel op een non-dualist. Een levende, een dode of een van zuiver Bewustzijn, ik zie het verschil niet.
Nog verdachter: diezelfde Oude Cheng kan maar niet ophouden over het geheim van de Oorspronkelijke Geest. Ook met hoofdletters, dat zie je goed.
‘Ik, oude Cheng, doe niemand na’, pocht de ijdeltuit over zichzelf. ‘Ik belijd geen enkel geloof, ik volg geen enkele school en ben niemands volgeling.’
Onzin natuurlijk, z’n woorden zijn zo oud als de filosofie. Toch weet hij de spanning er aardig in te houden; pas in de laatste regels van zijn monoloog komt de muis uit de mouw.
‘En nu, luister naar me met alle aandacht die je hebt. Nu zal ik je eindelijk het grote geheim onthullen van de Oorspronkelijke Geest. Wat ik je nu ga zeggen, is het belangrijkste en meest diepzinnige wat er ooit over gezegd is, namelijk dit: er bestaat geen geheim van de Oorspronkelijke Geest!’
Het loze geheim van de Oude Cheng
En, heb je geluisterd met alle aandacht die je in je had? Dan kan je me vast wel vertellen wat de Oude Cheng met deze dubbelzinnige formulering wil zeggen.
Bedoelt hij dat er helemaal geen Oorspronkelijke Geest is, dat die zogenaamde geest niet meer is dan een upaya, een tijdelijk houvast, een vlot om mee over te steken en dan prijs te geven aan de elementen? In dat geval is de Oude Cheng een nihilist. De zoveelste. Niks nieuws onder de zon.
Of bedoelt hij dat er geen geheim van de Oorspronkelijke Geest is omdat er niets anders is dan de Oorspronkelijke Geest? Omdat het een open geheim is, zoals de non-dualist Tony Parsons het formuleert? Omdat alles Bewustzijn is, zoals de Indiase advaita vedanta en het Tibetaanse dzogchen leren? In dat geval is de Oude Cheng een essentialist, een idealist, een monist. De zoveelste. Niks nieuws onder de zon.
In het eerste geval, dat er helemaal geen Oorspronkelijke Geest is, vraag ik me af hoe de Oude Cheng dat weet en waarom hij het niet nodig vindt om dat uit te leggen. Hij gooit het op tafel met het gezag van een patriarch, zonder enige onderbouwing.
In het tweede geval, dat er niets anders is dan de Oorspronkelijke Geest, vraag ik me af hoe de Oude Cheng dat weet en waarom hij het niet nodig vindt om dat uit te leggen. Hij gooit het op tafel met het gezag van een patriarch, zonder enige onderbouwing.
Is de Oude Cheng een nihilist of een essentialist, weet jij het? Ik heb geen idee en het kan me niets schelen. Het is hoe dan ook Oud Nieuws. Of zoals de Oude Cheng het zelf zou zeggen:
En nu, luister naar me met alle aandacht die je hebt. Nu zal ik je eindelijk het grote geheim onthullen van de Oude Cheng. Wat ik je nu ga zeggen, is het belangrijkste en meest diepzinnige wat er ooit over hem gezegd is, namelijk dit: er bestaat geen geheim van de Oude Cheng!
Kedeng kedeng!
De woorden van de Oude Cheng 1, 2, 3, 4, 5, 6 (in het Boeddhistisch Dagblad).