Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-Soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. We naderen het einde van de soetra, maar zijn nog niet aan het einde. Deze keer:
Shapeshifter
De Lotus-soetra wijdt een heel hoofdstuk aan de bodhisattva met de heerlijke stem. Deze bodhisattva verblijft in een heerlijk domein waar de christelijke hemel een beetje armoedig bij afsteekt. Tenminste, wanneer je afgaat op de omschrijving ervan. Om een lang verhaal kort te maken: deze bodhisattva is een shapeshifter. Hij kan iedere gedaante aannemen die nodig is om anderen op het juiste pad te brengen. Menig Nederlander gelooft dat shapeshifters kwaadaardig zijn omdat ze vooral willen verwarren, misleiden en onschuldigen in de val willen lokken, maar de bodhisattvan met de heerlijke stem is buitencategorie nobel.
Hij verschijnt voor ieder persoon op de meest passende wijze om hem of haar (of die dan wel hen of iets anders) op het juiste – hoogstwaarschijnlijk ook het enige rechte – pad te wijzen. Voor de een zal hij daarom als CEO van een multinational verschijnen, voor de ander als vertegenwoordiger van een NGO en voor de volgende als schoonmaakster, matrone of callgirl. Verzin het maar, alles is mogelijk. Dit betekent dat je nooit kunt zeggen of en wanneer je hem hebt ontmoet of gaat ontmoeten, want het enige dat telt is de boodschap die hij brengt. De boodschap komt overeen met de leer van de boeddha, zoals vervat in de Lotus-soetra. Let wel: dat de boodschap overeenkomt met die leer, wil niet zeggen dat het in dezelfde woorden wordt gepresenteerd. Als dat het geval zou zijn, komt de boodschap bij de meeste Nederlanders niet aan. Denk ik. Ik neem aan dat de bodhisattva met de heerlijke stem hier te lande zal kiezen voor een niet mis te verstane boodschap in de streektaal. Hier in Groningen (waar ik de laatste jaren woon) zou dat bijvoorbeeld klinken als: “Nait soezen, moar deurbroezen (= niet zeuren maar doorpakken)”.
Dat de bodhisattva met de heerlijke stem uit zijn heerlijke domein afdaalt naar ons tranendal waarin wij mensen als nietige, zwakke en snel verouderende wezens rondstrompelen, betekent dat het bijzonder waardevol is dat wij hier ons stinkende best doen om het juiste te doen. Dat valt namelijk niet mee. In een heerlijk domein waar alles tot in perfectie op orde is, is ‘het juiste doen’ gewoon de standaard. Ik geef een voorbeeld: ‘Komt iemand bij de poort van het heerlijke domein om daar binnengelaten te worden. Vraagt de poortwachter: “Waarom denk jij dat je binnen mag komen?” Zegt de kandidaat: “Ik heb nog nooit iemand kwaad gedaan”. Vervolgens krijgt hij de vraag: “Ben jij dan in staat om iemand kwaad te doen?” De kandidaat antwoord trots: “Nee. Ik kan het niet eens!” Tot zijn verbijstering wordt hij niet in het heerlijke domein toegelaten maar naar ons tranendal verwezen met de opdracht: “Ga naar de wereldse werkelijkheid. Leer anderen kwaad te doen. Als je het kunt, en vervolgens niet doet, kom dan maar een keer terug.” Met andere woorden: als je niet kunt liegen dat het gedrukt staat; niet in staat bent iemand in elkaar te rossen; niet kunt stelen, bedriegen, of hoe dan ook niets verkeerds kunt doen, dan stelt het bitter weinig voor wanneer je beweert altijd de waarheid te spreken, nooit iemand te slaan, nooit te stelen, nooit iemand voor de gek te houden en ga zo maar door. Dat is punt een. Punt twee is dat je waarschijnlijk weinig zelfkennis bezit. Ga daar dan eerst aan werken, voor je je op de borst slaat en trots roept dat je een goed mens bent.
Het hele verhaal van de bodhisattva met de heerlijke stem, zoals in de Lotus-soetra beschreven, leert dat iets pas werkelijk waarde heeft wanneer ‘het juiste doen’ voortkomt uit bewuste keuzen, gemaakt onder allesbehalve ideale omstandigheden. En het is een misvatting te denken dat ‘het juiste doen’ bestaat uit grootse daden die uitsluitend zijn voorbehouden aan lieden in gunstige omstandigheden. Onzin! Wanneer je een keer vriendelijk glimlacht tegen een wildvreemde toevallige passant, doe je al een keer precies het juiste. Ga je niet afvragen of die ander jouw glimlach wel verdient, want daar gaat het niet om. Waar het om gaat is dat jij vriendelijkheid in de wereld brengt, ongeacht wie daarvan iets meekrijgt. Het is niet moeilijk om vriendelijk en aardig te zijn tegen mensen die vriendelijk en aardig zijn tegen jou, of om te houden van mensen die van jou houden. Het vraagt inzicht om ondanks alles vriendelijk en aardig te zijn tegen – of zelfs te houden van mensen die onverschillig, dan wel overduidelijk negatief of zelfs vijandig tegenover jou staan. Vergelijk: (Mattheüs 5, 43-48 // Lucas 6, 27-35). Welk inzicht? Het inzicht dat jij en die ander wezenlijk niet van elkaar verschillen.