Een groep Tibetaanse families in ballingschap is in Zwitserland een solidariteitscampagne gestart ter ondersteuning van de Tibetanen die politieke onderdrukking, culturele assimilatie en milieuvernietiging ondergaan onder de Chinese regering. Het protest werd gehouden buiten het kantoor van de Verenigde Naties in Genève tijdens de 54e zitting van de VN-Mensenrechtenraad.
De families zeggen dat de Chinese regering de Tibetaanse cultuur wil ‘uitroeien’ en dat de door de staat gesponsorde mijnbouw leidt tot ‘catastrofale ecologische degradatie’ van het alpine ecosysteem. ‘Ter ere van degenen die zelfverbranding hebben gepleegd als een ultieme vorm van geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid, ter nagedachtenis aan de 1,2 miljoen Tibetanen die zijn omgekomen onder de Chinese overheersing en de Tibetanen die in Tibet leven en de politieke onderdrukking, culturele assimilatie, sociale discriminatie, economische marginalisatie en milieuvernietiging ondergaan die door de Chinese regering worden opgelegd, zijn wij, een collectief van Tibetaanse families in ballingschap uit Zwitserland, namens hen een campagne begonnen,’ aldus een verklaring.
Campagne voeren
De campagne begon op de Dag van de Mensenrechten op 10 december 2012. In het kader hiervan bleven de demonstranten elke maand campagne voeren voor het kantoor van de Verenigde Naties in Genève om actie en gerechtigheid te eisen voor de benarde situatie van het Tibetaanse volk.
‘Het geweld en de leugens van de autoritaire regimes mogen niet langer geaccepteerd worden. Onder het mom van goede wil is het Tibetaanse volk beroofd van al zijn grondrechten. Velen leven in ballingschap en degenen die in Tibet wonen, worden voortdurend onderdrukt. In hun eigen land worden hun religieuze en culturele vrijheden ontzegd. Bijna een miljoen Tibetanen tussen de vier en achttien jaar oud worden gedwongen om in koloniale internaten te leven, afgesneden van hun thuis, hun familie, hun taal en hun manier van leven,’ luidde de verklaring.
Tegelijkertijd worden Tibetaanse taalscholen gesloten en gesloopt. Dit leidt tot een verlies van nationale identiteit voor het Tibetaanse volk. Het plan van de Volksrepubliek China is om de Tibetaanse identiteit en cultuur uit te roeien. Bovendien hebben ongebreidelde door de staat gesponsorde mijnbouwactiviteiten geleid tot een catastrofale ecologische aantasting van het kwetsbare alpiene ecosysteem van Tibet, een symbolische voorbode van de vernietiging van zowel het land als de bevolking van Tibet. Red Tibet alstublieft voordat het te laat is’.
Resoluties
De verbannen families riepen verder op om de VN-resoluties over Tibet te herzien en uit te voeren, vrijheid en vrede in Tibet te herstellen, en druk uit te oefenen op de Chinese regering voor de onvoorwaardelijke vrijlating van alle Tibetaanse politieke gevangenen.
‘Herzie en voer de VN-resoluties over Tibet uit die in 1959, 1961 en 1965 zijn aangenomen. De terugkeer van de Dalai Lama naar Tibet vergemakkelijken. Herstel van vrijheid en vrede in Tibet. De wijdverspreide milieuvernietiging in Tibet stoppen, die leidt tot ontbossing, overbegrazing, ongecontroleerde mijnbouw, het dumpen van nucleair afval en gedwongen verhuizing van nomaden uit de graslanden. Bescherm het kwetsbare ecosysteem van ‘de derde pool en de watertoren van Azië’,’ luidde de verklaring.
Ze drongen er ook op aan om druk uit te oefenen op de Chinese regering voor de onvoorwaardelijke vrijlating van alle Tibetaanse politieke gevangenen, waaronder de 11e Panchen Lama, Gendun Choekyi Nyima, die op zesjarige leeftijd werd ontvoerd.
‘Dring er bij de Chinese autoriteiten op aan een onderzoek in te stellen naar de situaties rond de onderdrukking van de Tibetaanse religie en culturele vrijheden, waaronder de massale sloop van Larung Gar en Yachen Gar en de gedwongen uitzetting van nonnen en monniken. Dring er bij de Chinese regering op aan om deze internaten te sluiten en hun poging om de Tibetaanse identiteit uit te roeien,’ luidde de verklaring.
De verklaring voegde eraan toe: ‘Stel een onafhankelijke VN-onderzoeksmissie samen en leid deze om de situatie ter plaatse in Tibet te onderzoeken na de reeks zelfverbrandingsprotesten. Er bij de Chinese regering op aandringen de kwestie Tibet op te lossen door inhoudelijke onderhandelingen aan te gaan met de vertegenwoordigers van Zijne Heiligheid de Dalai Lama. China op te roepen zijn internationale verplichtingen na te komen en de rechten van al zijn volkeren te respecteren, met inbegrip van de Zuid-Mongoolse en Oeigoerse bevolking’.