De woordelijke tekst van de keten van oorzaak en gevolg; van afhankelijk ontstaan (P. paticca samuppada) vinden we in de Patamabodhi Sutta:
‘Wanneer de Dhamma zich onthult aan de ijverig mediterende brahmaan verdwijnen al zijn twijfels omdat hij de keten van oorzaak en gevolg begrijpt.
Doordat dít er is, is er ook dát; uit het ontstaan van het ene ontstaat het andere.
Dat wil zeggen: met onwetendheid (P. avijja) als voorwaarde, ontstaan wilshandelingen (P. sankharas); met wilshandelingen als voorwaarde, ontstaat bewustzijn (P. vinnana); met bewustzijn als voorwaarde ontstaan geest en lichaam (P. namarupa); met geest en lichaam als voorwaarde ontstaat de zesvoudige zintuigbasis (P. salayatana); met de zesvoudige zintuigbasis als voorwaarde ontstaat contact (P. phassa); met contact als voorwaarde ontstaan gewaarwordingen (P. vedana); met gewaarwordingen als voorwaarde ontstaat begeerte (P. tanha); met begeerte als voorwaarde ontstaat hechten (P. upadana); met hechten als voorwaarde ontstaat ‘worden’ (P. bhava); met ‘worden’ als voorwaarde ontstaat geboorte (P. jati); met geboorte als voorwaarde ontstaan ouderdom en dood, verdriet, weeklagen, pijn, smart en wanhoop (P. jara maranam).
Dit vormt de bron waaruit deze hele hoop van ellende (P. dukkhakkhandhassa samudaya) ontstaat.
Siebe zegt
Guy, waar verwijst volgens jou dit naar: dat wat niet gezien wordt te ontstaan, eindigen en veranderen in het tussentijd, het ongeconditioneerde?