Terwijl ik wierook offer aan Kannon Sama in de tuin van onze tempel in Bemmel, komt ze naast mij staan en vraagt: ‘Waarom steek je wierook aan voor zo’n stom stuk steen.’ Ik antwoord: ‘Voor jou is het een stom stuk steen, voor mij is het een expressie van de geest. Door wierook te offeren houd ik de geest levend.’
De Nachtwacht van Rembrandt zijn niet zo maar een paar klodders verf op een doek, het is een uiting van Rembrandts geest. ‘Ja maar, zegt ze, dit is toch een boeddhistische god?’
Binnen het boeddhisme zijn geen goden, alle beelden binnen het boeddhisme zijn verbeeldingen van abstracte concepten. In ons dagelijks leven gebruiken we symbolen voor vanalles en nog wat, verkeersborden, radioactiviteit, gas, enzovoort. We zien deze symbolen en weten wat ze betekenen; binnen het boeddhisme zijn symbolen ontwikkeld die ons de weg wijzen binnen onze geest, tussen onze binnen- en buitenwereld.
Maar, maak je niet druk, zonder dat je de verkeersregels kent vind je je weg wel binnen de stad. Je wordt door de verkeersdrukte gedwongen om op te letten. Zo is het ook met de weg in je geest, binnen het gebied waar je hem gebruikt, vind je je weg wel. Maar, als je met een auto de snelweg op wilt is het raadzaam om rij- en verkeersles te nemen. En als je je geest wat uitgebreider wilt kennen is het raadzaam je daar in te oefenen.
De vrouw heeft honger naar meer en vraagt: ‘Is het zoiets als leren lezen, rekenen en schrijven, dat wat je op school leert?’ En ik weer: ‘Binnen het boeddhisme vraag je je af: wie of wat is het die leert, om bij die auto te blijven, de boordcomputer kun je vergelijken met je hersens die een geheugen hebben, maar wie ben jij? Een auto heeft een motor, carosserie, remmen, wielen, enzovoort. maar zonder chaufeur gaat hij echt niet rijden. Als je naar een auto kijkt is alles aanwezig. Als je naar een overleden persoon kijkt is alles aanwezig soms is alleen het hart gestopt. Waar is de geest of, de chaufeur naar toe?
Verbaasd kijkt ze me aan ik zeg: ‘Maak je niet druk, het is de normaalste zaak van de wereld dat een chauffeur af en toe uitstapt. Hij of zij is dan niet weg, als je gaat slapen verdwijn je ook niet, je wordt s’morgens gewoon weer wakker en het hele universum is er weer als een expressie van je geest. Kijk, hier heb je wat wierook, even de achterkant van het staafje aantippen op je voorhoofd, of je geest, en dan met twee handen het in het wierookpotje plaatsen. Zo houd je je geest levend en kun je ontdekken wat voor illusie je geest je voorspiegelt.’
Alain zegt
Bedankt voor dit artikel dat mij geraakt heeft. Mijn broer is deze maand overleden. Wij keken naar hem op zijn sterfbed. Hij was er en hij was er niet. Een auto zonder bestuurder ? Ja, als het leven de bestuurder was. Zijn assen werden verspreid in de natuur. Hij kan dus niet meer terugkomen. En ook niet uit zijn graf opstaan om naar het laatste oordeel te stappen. Maar gaat het leven zonder hem door ? Zonder hem of met hem ?