Innerlijke vrede openbaart zich door de constante beoefening van het Achtvoudige Pad. Met juist inzicht (P. samma ditthi) en juiste intentie (P. samma sankappa) als bekronende apotheose voor het lopen van de Weg. Door juist zien en weten. Door onwetendheid—’struikelend van de ene verwarde staat van ervaring in de andere’—te transformeren tot verhelderend inzicht. Door deze aberrante onwetendheid te converteren in penetrerende wijsheid. Door naakte, gelijkmoedige aandacht in elk moment waardoor we de dingen zien zoals ze werkelijk zijn. Yatha-bhuta nana dassana. Door experiëntieel te ervaren (P. paccanubhoti) dat ‘alles wat aan ontstaan onderhevig is, onderhevig is aan vergaan.’
Deze tien woorden vatten de Dhamma gecondenseerd samen. Het zijn de woorden die de Boeddha uitsprak in zijn eerste leerrede, de Dhammacakkappavatana Sutta. Het waren ook zijn laatste woorden zoals ze genoteerd staan in de Mahaparinibbana Sutta.
Dit is de essentie.
Blijf standvastig bij de essentie van de Leer. De Leer is door de Boeddha ontzettend duidelijk en uitvoerig uitgelegd. Sla dus geen dwaalwegen in. Laat Dhamma niet verwateren. Voeg er niets aan toe. Infecteer de woorden van de Meester niet. Hou je ver van allerlei experimenten. Laat je niet verleiden tot syncretisme. Maak het jezelf en je spirituele vrienden (P. kalyanamitta’s) niet nodeloos moeilijk.
Laat het onderzoek naar de werkelijke aard van de dingen nooit aan anderen over. Vermijd dat je ingebakken conditionering leidt tot méér begoocheling. Tot méér twijfel.
Onderzoek en stop elke indoctrinatie. Ontmasker elke illusie. Leg je lot niet in de handen van zelfverklaarde profeten.
Hou je ver van structuren. Zij zijn Dhamma niet. Kunnen Dhamma niet zijn. Uit de aard van de dingen—de tilakkhana—niet.