Vandaag verwachtte ik een pakket. De bezorger belde aan in de centrale hal van de Kloosterbunker en ik opende met een druk op de knop de deur. Even later arriveerde de man bij de deur van de Kloosterbunker. Hij begon met mij te praten maar ik verstond hem niet. Dat lag aan mij omdat ik mijn aandacht niet goed bij het gesprek had.
De bezorger begon zich te verontschuldigen, dat hij ‘een buitenlander was en het Nederlands aan het leren.’ Ik zei hem dat hij zich niet moest verontschuldigen, dat het prima was. Ik stak mijn duim op en we moesten er beiden om lachen. Dag, riep de bezorger toen hij de Kloosterbunker verliet. Doei, riep ik.
Ik ben de hele dag met taal bezig maar versta alleen maar Rotterdams. Ik spreek geen enkel dialect en versta dat ook niet. Uit de tijd dat ik in Noord-Brabant woonde leerde ik houdoe en in Twente tjuss en in Gelderland wirkommen. Als ik met mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, in een andere provincie ben en mensen daar met elkaar de taal van hun hart spreken versta ik er niets van. Mijn vriendin vraagt dan altijd of ze Nederlands willen praten.
In mij zijn vele voorouders verenigd uit Friesland, Gelderland, Frankrijk, Engeland, Leerdam, Kralingen en zo meer. Ik heb jaren in Vlaanderen gewoond maar verstond en sprak het Vlaams niet. Wat ik uit die tijd heb overgehouden is ginder achter. Al die voorouders in mij zijn door mij doofstom gemaakt.
Moedig voorwaarts!
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
kees moerbeek zegt
Je lijkt me bijzonder geslaagd aangepast aan onze samenleving, misschien volgens sommigen om politieke redenen te. Je hoeft in ieder geval niet met terugwerkende kracht naar een opvangkamp aan de grens van Europa.
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar een deel van mijn familie kwam eind 19de eeuw uit Duitsland, bij Polen, in Groningen aan. PFFF ben ik even blij dat ook ik off the hook ben.
Er zijn lieden in dit land die denken dat de rest van de wereld een groot opvangkamp is voor toegang naar ons land. Je zou natuurlijk onderzoek naar hun herkomst kunnen doen, als koekje van eigen deeg, maar dan ben je net zo erg als henzelf.
Laat spoken ons niet meer belagen.
Jacob zegt
Pikerje net, it komt doch oars. De wrâld is goed mar de minsken koene better. Doch dyn plicht en lit de lju mar rabje. Fryslân boppe.