Voor de bouw van een waterkrachtdam proberen de Chinese autoriteiten met geweld land van Tibetaanse dorpen in Rebgong in de door Tibetanen bevolkte provincie Qinghai in Tibet in beslag te nemen. De lokale overheid heeft de bewoners geïnstrueerd om mee te werken. China heeft gedreigd om compensatie te onthouden aan iedereen die weigert om zijn land op te geven.
Een van de belangrijkste initiatieven van China’ is de ontwikkeling van de Lingya waterkrachtdam. Die heeft een totale oppervlakte van 4,58 miljoen vierkante meter en kost 245 miljoen Yuan. De bedreigde Tibetaanse dorpen liggen in het gebied van het stuwmeerproject. De ontwikkeling van het reservoir zal naar verwachting binnenkort beginnen.
De lokale bevolking beweert dat als de provincie Rebgong hun eigendommen met geweld in beslag neemt, omdat ze geen andere middelen van bestaan hebben, ze gedwongen zullen worden om tijdelijk werk te zoeken in Chinese steden. Het doel van Peking om Tibetaanse minderheden onder dwang op te nemen in de dominante Han-Chinese meerderheid is zichtbaar in China’s verstedelijking van het platteland, de gedwongen verhuizing van Tibetaanse nomaden en boeren naar stedelijke gebieden en de voortdurende verplaatsing van aanzienlijke aantallen Han-Chinezen in Tibet.
Chinese infrastructuur- en ontwikkelingsprojecten in deze gebieden hebben geleid tot veelvuldige botsingen met Tibetanen die Chinese bedrijven en lokale functionarissen ervan beschuldigen op ongepaste wijze land in beslag te nemen en het leven van de lokale bevolking te verstoren.