Hoe je de mind de mond snoert.
Beste Hans,
Het is pas door jouw vertaling van non-dualiteit in ‘geen onderscheid weten te maken’ dat ik begrijp wat ermee bedoeld wordt. Welk verschil zich ook aan je voordoet, uiteindelijk is het niet hard te maken.
Alle grenzen zijn kunstmatig. Er is alleen maar Bewustzijn! De Bron waarin alles verschijnt en verdwijnt! Het Ene! De Waarheid!
Dit was net het zetje dat ik nodig had om me definitief in het non-duale te vestigen. Daarvoor wil ik je hartelijk bedanken.
Beste Onno,
Advaita vedanta is Sanskriet voor niet-twee (a-dvaita), het einde (anta) van de wijsheid (veda). Ik heb dat voor mezelf vertaald in geen onderscheid weten te maken, een facet van niet-weten.
Geen onderscheid weten te maken is een persoonlijk ondervinding in een bepaalde situatie op een bepaald moment. Je weet iets eventjes niet. Of je het straks nog steeds niet weet, of nooit zult weten, of anderen het nu niet weten en nooit zullen weten, weet je ook niet.
Hier en nu geen onderscheid weten te maken betekent dus niet dat het onderscheid in kwestie niet hard is en nooit hard te maken zal zijn. Het betekent al helemaal niet dat geen enkel verschil ooit hard te maken is of dat alle grenzen kunstmatig zijn.
Je mag die conclusies inductief trekken uit je eigen ervaringen, maar inductie, redeneren van het bijzondere naar het algemene, is een slechte raadgever.
Zelfs als alle grenzen inderdaad kunstmatig zouden zijn, volgt daaruit niet dat alles één is. Er volgt niet uit dat er alleen maar Bewustzijn is. Er volgt niet uit dat Bewustzijn de bron is waarin alles verschijnt en verdwijnt. Er volgt niet uit dat er zo’n bron is. Dat zijn allemaal onberedeneerde gedachtesprongen.
Onno: Zo hou je weinig over.
Hans: Jij houdt alles over, ik niets. Voor jou is advaita vedanta een snelweg naar de Waarheid, voor mij is het een ijlweg uit de geest.
Onno: Hoe werkt dat dan?
Hans: Iedere keer dat je gedachten met je aan de haal gaan, sla je met je vuist op tafel en roep je met stemverheffing: ‘ADVAITA VEDANTA NOG AAN TOE!’
Onno: ‘NIET-TWEE, HET EINDE VAN DE WIJSHEID!’
Hans: Zo snoer je de mind de mond.