Over de werkelijkheid van verhalen over de werkelijkheid.
Leerling: De werkelijkheid bestaat niet.
Meester: O nee?
Leerling: Er bestaan alleen maar verhalen over de werkelijkheid.
Meester: En die verhalen dan?
Leerling: Wat is daarmee?
Meester: Zijn die werkelijk of onwerkelijk?
Leerling: O.
Meester: Nou?
Leerling: Werkelijk, zou ik zeggen.
Meester: Dus de werkelijkheid bestaat toch?
Leerling: Eh…
Meester: In de vorm van verhalen over de werkelijkheid?
Leerling: Jeetje.
Meester: Mooi verhaal.