We zijn over de helft van de serie die ik naar aanleiding van een cursus Theologie schrijf. De inhoud van iedere les brengt mij op gedachten die ik wel wil delen. Vandaag:
De zin van het leven
(De sociaal-christelijke leer; deel 2)
De christelijke uitleg van persoonlijkheid is het antwoord op de vraag naar de zin van het leven, begrijp ik uit de tekst van les 28 van de cursus Theologie. Veel mensen worstelen met peilloos diepe gevoelens van zinloosheid. De cursus zegt: ze zijn vastgelopen, in de knoop geraakt, en missen sturing. Ze lijden aan existentiële angst. Ik bestrijd dat niet, integendeel. Angst is een belangrijke bron van lijden. Maar of de grote liefhebbende God de enige – of belangrijkste – wegnemer van angst is? Dat is inderdaad een christelijke gedachte, gebaseerd op de aanname dat er een grote liefhebbende God is – een verlichte alles bestierende maar zelf diep eenzame dictator – die de mens voor het (eigen?) geluk heeft geschapen, inplaats van voor ellende. Maar wat als God niet veel meer dan een soort pleister op een wond blijkt te zijn? Pleisters op wonden verhullen schade, bloed, pus, hechtingen, dat soort zaken, maar ze helen niks. Ze zorgen er hoogstens voor dat er geen vuiligheid in de wond komt. Ze voorkomen bovendien vlekken in kleding en op lakens en onttrekken onwelgevallige zaken aan het oog. Dat soort effecten mag je van pleisters verwachten. Ik zie het hele begrip “God” als een soort pleister op de wonde van menselijke existentiële angst en als verdovende zalf op diepe gevoelens van zinloosheid. Laat ik er meteen maar bij zeggen dat ik het begrip God zelf wel degelijk dagelijks in mijn gedachten gebruik, in de zin van: Liefde. Onpersoonlijk. Ik zing graag het liedje dat ik leerde op de begrafenis van iemand die vooral ná zijn heengaan een goede vriend van mij is geworden: “Love, love, love love; people this is your calling: love each other like yourselfs, for God is Love!”. (Christenen zingen: ” … love your neighbor as yourself, for God loves all”) Het liedje dat ik leerde op de begrafenis verschilt dus in enkele essentiële woorden van de christelijke versie. Ik prefereer de niet-christelijke versie. Die lijkt mij ruimer, meer omvattender, en wellicht zelfs alles omvattend. God heeft ons niet lief, God IS de Liefde zelf. Zoiets. Om even terug te keren naar het beeld van de pleister: het is in medische kringen algemeen aanvaard dat je een wond niet moet afdekken wanneer je daar geen goede reden meer voor hebt, zoals lekken van vocht. Laat de boel open en bloot. Dat geneest het snelst en het best. Maar ja, veel mensen ontstijgen het niveau van kindertjes niet. Ze willen er een plakkertje op… en als het even kan een snoepje. Vertaald naar de realiteit van alledag: dek je angsten en gevoelens van zinloosheid niet af, maar stel ze bloot aan de realiteit waarin je leeft. Dat is verdomd moeilijk: je angsten onder ogen zien. Je gevoelens van zinloosheid doorwaden…
Terug naar de cursus. De mens is een sociaal wezen en dat houdt in dat geen enkel mens het in deze wereld redt zonder andere mensen. Er zijn mensen die stellen dat mensen kuddedieren zijn. Daar ben ik het niet mee eens, al geef ik toe dat er horden mensen zijn die zich als kuddedieren gedragen. Ze lopen blindelings in de massa mee of er zonder zelf na te denken achteraan. Je hoeft géén kuddedier te zijn om een sociaal mens te zijn. Het enige dat je hoeft te doen is: beseffen dat jij niet zonder anderen kunt en anderen niet zonder jou. O, wacht even… je denkt dat jij wél misbaar bent? Je denkt dat anderen jou niet zullen missen en dat de wereld wellicht zonder jou zelfs beter af is? Dat kan in de eerste plaats nooit meer dan een halve waarheid zijn (de andere helft is dat jij die anderen wél nodig hebt) en in de tweede, derde en volgende plaatsen is het een gedachte waarin je blijkbaar gelooft zonder dat er een bewijs is dat die gedachte klopt. Laat ik je dan uit de droom helpen: ja … de wereld draait zonder jou gewoon door! De hele wereld doet het waarschijnlijk zelfs prima zonder mensen. Ik denk zelfs beter dan mét. Maar dáár gaat het niet om. Het gaat niet om de materiële wereld van moleculen, vol dingetjes, beestjes en plantjes, maar om de maatschappelijke wereld vol ervaringen, dromen, ideeën en andere volstrekt ongrijpbare zaken. Een joods spreekwoord zegt: “Wie één leven redt, redt de hele wereld.” Dat betekent onder meer: pas wanneer je jouw eigen leven belangrijk vindt (omdat je niet overbodig en niet alleen bent), ben je in staat om de rest van de wereld ook te redden. Kortom, actief deelnemen aan een sociale leven is het geheim van een constructief leven, doordat het ervoor zorgt dat je niet alleen bent en een bijdrage levert aan je omgeving. De wetenschap dat je ertoe doet en verschil maakt, op welke manier dan ook, geeft je de mogelijkheid om als winnaar uit de worsteling met existentiële angsten en gevoelens van zinloosheid uit de bus te komen. Dat is niet christelijk, niet joods of wat ook … behalve diep en diep menselijk.
Willem zegt
Wat ja weer prachtig verwoord! Dank je wel.