De laatste aflevering voor het zomerreces. Tijd om het over de zomervakantie te hebben. De ‘grote’ vakantie onderbreekt het leven van alledag, vooral omdat er niet gewerkt wordt. We zetten onszelf in de marge van het alledaagse bestaan. Dat staat tussen haakjes. Zowel wat de tijd als de ruimte betreft, verkeren we in de marge.
We nemen even afstand. Letterlijk voor wie zich verplaatst, want die begeeft zich ruimtelijk buiten het gewone leven. Bij de vakantie hoort een andere setting, met een eigen cultuur en geschiedenis. Voor sommigen is de vakantie de enige keer dat ze in een kerk komen. Reisbureaus weten dat ongewone prima te verkopen.
De huisvesting is anders dan in de thuisvesting. Appartement, hotel, huisje en vooral de camping onderstrepen het bestaan in de marge.
De crisissen van de laatste tijd voegen een onwennige dimensie toe aan dit vakantiepatroon. Elke crisis zorgt voor een marge in de tijd, een tussentijd, een onderbreking van de normale gang van zaken. In tegenstelling tot de vakantie is deze marge onvrijwillig. Ze wordt beheerst door dreigende chaos. De wereld houdt even de adem in. Het vakantiegevoel lijdt daaronder.
Corona maakte dat vakanties werden afgelast. De pandemie doorbrak ook nog eens de tegenstelling werk / vrije tijd. Thuis, normaal gesproken de werkvrije plek, werd ineens werkplaats. Het idee dat je een vakantie ook thuis kunt doorbrengen, werd zodoende minder aantrekkelijk.
De klimaatcrisis zorgt ervoor dat de zonvakantie je eerder naar hittegolf en bosbranden brengt dan naar aangename warmte en boswandelingen. Nog iets: vakantiegangers stranden al bij vertrek omdat boze boeren snelwegen en luchthavens blokkeren. Schiphol verkeerde al in crisis.
En dan is er de Oekraïne-crisis. Waarmee we alweer in de marge terecht kwamen van de normale gang van zaken. Kun je wel met vakantie als er een oorlog woedt?
Kortom, een zomermarge als weleer, maar met bittere trekjes.