Anatman, zelfloosheid, is de aard van al het bestaande. Alle dingen bestaan zonder een afgescheiden zelf. Dit is wat me inspireert. Voorbijgaan aan het denkbeeld van een afgezonderd, onveranderlijk zelf, van anatman. Anatman is als een bliksemschicht die alle verkeerde zienswijzen vernietigt. Hiermee wordt voor mij alles gezegd, al het andere is overbodige ballast geworden.
Kort samengevat schrijft Thich Nhat Hanh (Thay) er in het boek ‘In de Voetsporen van de Boeddha’ het volgende over:
‘Op het pad dat de boeddha ging, onderzocht hij alle verschillende manieren waarop hij tot Verlichting zou kunnen komen, zo leefde hij jaren als een kluizenaar, ging in de leer bij de twee beste meditatieleraren van het land en vastte maanden totdat hij bijna stierf.
Op een dag mediterend op een dodenakker, realiseerde hij zich dat hij verkeerd bezig was. Hij zag in dat de sleutel tot bevrijding gelegen was in iedere in- en uitademing, in ieder steentje langs het pad, in iedere stap. Hij zag de eenheid van lichaam en geest en zag dat iedere cel van het lichaam alle wijsheid van het heelal in zich heeft. Hij zag in dat hij alleen maar aandachtig naar een stofje hoefde te kijken om het ware gezicht van het hele universum te zien, dat het stofje het universum zelf is: als het stofje niet bestaat bestaat ook het universum niet.
Nu hij begreep dat er geen onveranderlijk, afzonderlijk zelf bestaat, was Siddharta als een generaal die het scherpe zwaard van zijn inzicht hief op het slagveld van de meditatie beoefening. Dag en nacht zat hij onder de pippalaboom, terwijl nieuwe niveaus van bewustzijn in hem ontwaakten als heldere bliksemflitsen.’
Anatman is in het boeddhisme in onze traditie een belangrijk gegeven, het inspireert me tot op het bot en geeft me ruimte voor steeds meer inzichten, steeds diepere inzichten.
Het inzicht in het bestaan van twee dimensies, is een gerelateerd inzicht dat we in onze traditie de historische en de ultieme dimensie noemen.
Wanneer we het hebben over geboorte en dood, zijn en niet-zijn, hebben, hebben we het over verschijnselen. In het boeddhisme noemen we dit de historische dimensie. Wanneer we het hebben over golven, bevinden we ons in de historische dimensie, als we spreken over water, bevinden we ons in de ultieme dimensie, waarin we niet kunnen spreken over geboorte en dood, zijn en niet-zijn.
De golf denkt misschien dat hij er voor zijn geboorte niet was en na zijn dood niet meer zal zijn, maar dit zijn ideeën – concepten -, die kunnen niet worden gebruikt in de ultieme dimensie.
Wanneer we ons niet beperken tot het verschijnsel zoals we het nu zien, wat we nu bedenken, dan kunnen we in aanraking komen met het water. Dan ziet de wereld er heel anders uit. Alles is met elkaar verbonden, alles is transparant, open, er is ruimte.