Ik had me gisteren goed voorbereid op de reis naar het stembureau- hier veertig meter vandaan, waar al eerder gestemd mocht worden dan morgen voor de gemeenteraadsverkiezingen. In de virtuele folder van de gemeente zag ik dat het fijn zou zijn als ik een mondkapje zou dragen, ter plaatse de handen kon ontsmetten met gel, dat de leden van het stembureau achter een spuugscherm zaten en ik anderhalve meter afstand moest houden.
Het stembureau was gevestigd in de onderste ruimte van een torenflat, werd bemensd door ouderen tegen bejaard aan, de tafeltjes waren zestig centimeter breed en er waren geen spuugschermen. Het was de bedoeling dat mijn stempas gelezen werd door een machientje maar de voorzitter kon er niet goed mee overweg zodat er vertraging ontstond. Gelukkig was ik de enige kiezer zodat er verder niemand vertraagd werd.
De stembureauleden waren ongemaskerd en stonden dicht op elkaar. Toen ik mijn identiteitskaart moest tonen werd niet gevraagd of ik mijn gezichtsmasker even wilde laten zakken zodat ze konden zien dat ik dezelfde was als op de foto. Zoals vier jaar geleden. Een vrouw leunde tegen de container waarin de stembiljetten moesten worden gestopt. Zij pakte de mijne aan en deed het in de bus. Het was wel vermakelijk maar ik moest niet lachen.
Ik lach vrijwel nooit, kom uit een niet-lacherig gezin dat wel vrolijk was. Zelf ben ik ook dagelijks vrolijk, al hoor je dat niet. Mijn lachspieren zijn ongetraind. Zing wel af en toe de psalm Blijf bij mij Heer, want d’avond is nabij, de nacht verduistert…Niet dat de nacht duister wordt maar ze verduistert. Ik zing het zachtjes. Ik hou niet van de zomer.
Ik ken vrijwel niemand die hardop lacht, slechts een enkeling. Waarom lachen mensen hardop, vraag ik me wel eens af. Is lachen gezond? Ik vind me een intieme lacher, heb veel plezier, vind de meest krankzinnige situaties om te lachen, ben een liefhebber van Tommy Cooper, Koot en Bie, The Young Ones, Monty Python, humor die je pakt maar niet tot lachen dwingt, ben zelf de oprichter van de Cou Voe Clan, maar uit dat niet luidkeels. Lachers produceren ook een vreemd geluid, ha-ha-ha-ha, vind ik.
Als ik in winkels of andere openbare gelegenheden ben draag ik een mondkapje. Soms lachen mensen die ik passeer zonder geluid naar mij en lach ik in die mate terug. Ik neem aan dat mijn ogen ook teruglachen, dat ze dat zien. Stille ogen.
Deze week keek ik naar Wintertuin van de ongeneeslijke zieke Harry de Winter waarin historicus (nee, niet die) Maarten van Rossem vertelde over zijn leven en zijn muziek daarin. De tranen welden op bij hem toen De Winter die muziek ten gehore bracht. Ik moet ook grienen, ik ben een echte huilebalk, maar wel een stille. Ik huil om kleine zaken. Mijn traanzakjes zijn goed ontwikkeld tegenwoordig.
Moedig voorwaarts!
nele vandendriessche zegt
De heer Jaap Ha Hoek heeft weinig begrepen over het lachen, zo te lezen. Een aanrader zijn Dr Sutorius en Dr Madan Kataria, zij hebben het uitvoerig over ‘het lachen’ en daar kun je veel van leren. Stil lachen is goed, maar luidop lachen steekt de mensen aan en geeft verbinding. Met onze spiegelneuronen kunnen we anderen laten met ons mee lachen, minder egoïstisch. Voor de gezondheid is dit heel goed, daarom bestaan zo’n lachyoga sessies om de endorfine en de serotonine samen door onze lichamen te laten stromen. We stimuleren elkaar, want lachen is zeer gezond! Zo beleven samen, in het delen, geven vooral aan de andere en ook nemen, een goed verbindingsgevoel met de ander, dit werkt nog dagen na in het lijf! Lets go om samen luidop te lachen met niets, vooral dan met onszelf misschien, luidop en gezamenlijk…Ik wil jullie graag gratis zo’n sessie komen aanbieden!
groetjes, nele
Joop Ha Hoek zegt
‘Jaap’ groet u maar is ook allergisch voor sessies.