Op 30 januari zullen leden van de Boeddhistische Unie België (BUB) – de koepel van boeddhistische organisaties in België- in een algemene vergadering beslissen op het bestuursvoorstel om het boeddhistisch centrum Ehipassiko -in onder meer Antwerpen- het lidmaatschap van de BUB te ontnemen.
Aanleiding zijn klachten van vier ex-leden van Ehipassiko over het gebrek aan transparantie door het bestuur van Ehipassiko over het gedrag van oud-voorzitter Paul van hooydonck die in 2016 door een studente van het centrum beschuldigd werd van machtsmisbruik door een intieme relatie met haar aan te gaan. De BUB stelt gisteren in een verklaring aan het BD dat er ‘meer meldingen van gelijkaardig gedrag’ zijn.
In de vergadering wordt beslist over de uitsluiting van Ehipassiko als lid van de Boeddhistische Unie van België en krijgt een vertegenwoordiger van het centrum gelegenheid verweer te voeren. Maar Bert Caekelbergh, bestuursvoorzitter van Ehipassiko, zegt tegen deze krant niet aanwezig te zullen zijn op de virtuele vergadering omdat zonder dat ‘het centrum kon reageren’ de indruk wordt gewekt dat het standpunt van de BUB al duidelijk is. ‘Barbertje moet hangen,’ zegt hij.
Caekelbergh: ‘Wij werden begin dit jaar door de BUB benaderd met een klacht. De wijze waarop dit gebeurde, een uitsluiting zonder vooraf gehoord te zijn en een veroordeling nog voor wij een recht van antwoord konden formuleren, heeft ons doen besluiten uit de unie te stappen. De ingebrachte klachten betreffen: misbruik of grensoverschrijdend gedrag i.v.m. institutioneel , psychologisch en spiritueel grensoverschrijdend gedrag. Dit zijn de items die de klagers aanvoeren. Verdere uitleg werd ons niet gegeven. Ondertekend door 4 ex-leden van Ehipassiko.
De unie is ons inziens meegegaan in de argumenten die werden aangebracht door de klagers maar zonder ons hiervan te ondervragen naar aard, plaats, reden en aanleiding. We vermoeden een soort van “barbertje moet hangen” of een andere verborgen agenda? We zijn ons van geen misbruik bewust. Al willen we daar wél naar kijken. We hebben besloten geen deel meer van de unie te willen uitmaken tot nader order. Vooral omdat we de wijze waarop we hierin zijn benaderd infaam en de BUB onwaardig vinden. Een a priori vermoeden van schuld!’
Wat is de kwestie? Carlo Luyckx, voorzitter van de BUB, in een schriftelijke reactie: ‘In mei 2016 maakte een vrouw melding bij de BUB van haar lijden als gevolg van een intieme relatie die zij als studente was aangegaan met Paul Van hooydonck, die toen spiritueel begeleider was bij de boeddhistische gemeenschap Ehipassiko, lid van de BUB. Bijna gelijktijdig kwamen van binnen en buiten die gemeenschap nog verschillende meldingen van gelijkaardig gedrag.
Meteen is de Ethische en Deontologische Commissie van de BUB een proces opgestart met Paul Van hooydonck en met de Raad van Bestuur van Ehipassiko, die zich toen alle drie ertoe verbonden hierrond samen te werken. Uit de eerste gesprekken bleek dat Paul en de Raad van Bestuur van Ehipassiko, zich niet bewust waren van het feit dat een beoefenaarster, die intiem benaderd wordt door een leraar, zich op dat ogenblik in een afhankelijke en een niet-gelijkwaardige positie bevindt.
Na onderzoek, consultatie en evaluatie door de Ethische en Deontologische Commissie van de BUB werden de verschillende intieme relaties van Paul en zijn gedrag binnen de sangha bestempeld als grensoverschrijdend gedrag dat binnen een spirituele context beschouwd kan worden als misbruik, en dit onafgezien of zijn intenties al dan niet oprecht waren. Aanvankelijk heeft Paul Van hooydonck zich zowel mondeling als schriftelijk akkoord verklaard dit gedrag te stoppen.
Psycholoog
De unie heeft een lid van de Ethische en Deontologische Commissie van de BUB afgevaardigd om contact te onderhouden met de vrouw die de eerste melding heeft gedaan van het grensoverschrijdend gedrag. Het was onze intentie om haar op deze manier op de hoogte te houden over onze opvolging van deze zaak, en om haar de nodige morele steun te bieden. We hebben haar aangeraden om in therapie te gaan bij een psycholoog.
Grensoverschrijdend gedrag en misbruik wijzen meestal op een structureel probleem binnen de gemeenschap (onwetendheid, ontkenning, onduidelijke interne communicatie, geruchten, relativeren van de feiten, geheimhouding, enz.). Het bleek dat deze elementen ook binnen raad van bestuur van Ehipassiko werkpunten waren.’
Statutair kan de BUB zich volgens Luyckx niet mengen in het interne werking van haar lidverenigingen, maar op aandringen van de BUB hebben zowel Paul als de Raad van Bestuur van Ehipassiko gaandeweg positieve stappen gezet om dergelijk gedrag in de toekomst te vermijden.
Ehipassiko heeft het Ethisch Charter van de BUB aanvaard en op haar website gepubliceerd. Twee Contactpersonen Integriteit werden aangesteld binnen Ehipassiko en op hun website bekend gemaakt. Verschillende leden van de bestuursraad van Ehipassiko, onder wie Paul, hebben de training van Sensoa over deze materie gevolgd.
Intieme relatie
Luyckx: ‘Paul had hierbij aangegeven dat hij dan inzag dat in een intieme relatie tussen een leraar/begeleider en een sanghalid- de niet-gelijkwaardigheid een kritisch punt is. Er is een kennisgeving van (een aantal) feiten aan de Algemene Vergadering van Ehipassiko geweest, met bijgaande verontschuldigingen. Paul stelde toen dat hij zich aan het Ethisch Charter hield en geen intieme relaties meer had met sanghaleden. Paul heeft een persoonlijk traject gevolgd om beter inzicht te krijgen in deze problematiek bij de gespecialiseerde cel van de dadersproblematiek bij VAGGA, zoals voorgesteld door de BUB. Paul heeft gemeld dat hij zich schriftelijk geëxcuseerd heeft naar de slachtoffers. En nam ontslag als bestuurslid van Ehipassiko.’
De BUB geeft in een reactie aan het BD aan dat er naast deze positieve stappen er echter nog een aantal elementen waren die een heling binnen de sangha verhinderden. Er waren, volgens getuigenissen, op dat moment een gebrek aan communicatie en transparantie over de gebeurde feiten binnen de sangha en kon dit onderwerp niet op een veilige manier besproken worden. Ondanks het advies van de Commissie aan de Raad van Bestuur van Ehipassiko om een intern proces van herstel en heling op te starten en te begeleiden, was de Commissie toen niet op de hoogte van concrete stappen hiertoe.
Luyckx: ‘Ondanks onze vraag daartoe heeft Ehipassiko ons tot op vandaag nog geen interne procedure ter kennis gebracht in verband met intieme relaties binnen de sangha van de spiritueel verantwoordelijken. Tenslotte was, volgens de Ethische Commissie, Paul’s inzicht in het gebeuren nog onvolledig. De Commissie had er echter vertrouwen in dat, indien de Raad van Bestuur van Ehipassiko haar verantwoordelijkheid nam, een risico tot herval beperkt was en hij dus verder kon optreden als leraar/begeleider binnen Ehipassiko.’
Transparantie
Daarom legde de bestuursraad van de BUB op 20 november 2019 voorwaarden op aan Ehipassiko om lid te kunnen blijven van de BUB. De bestuursraad van Ehipassiko heeft volgens Luyckx op 4 december 2019 schriftelijk bevestigd akkoord te gaan met deze voorwaarden, met de melding dat: De transparantie zou verzekerd worden naar een nog te bepalen groep van regelmatige beoefenaars, de dialoog met groepsgesprekken zou uitgevoerd worden, Paul ontslag genomen had als voorzitter en bestuurder van Ehipassiko, de interne procedure voor intieme relaties zou opgesteld worden, de begeleiding van Paul met een lid van Ethische en Deontologische Commissie van de BUB was opgestart.
Omwille van onenigheid binnen de bestuursraad van Ehipassiko over de uitvoering van deze opdracht hebben verschillende bestuursleden na enige tijd ontslag genomen.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
Luyckx: Op 16 mei 2020 werd door een betrokkene van Ehipassiko op persoonlijk initiatief een mail rondgestuurd om aangeschrevenen op de hoogte te brengen over 2 meldingen en meerdere aanwijzingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag van Paul. Hierbij werd geschreven dat de meeste actiepunten die door de BUB werden gevraagd waren uitgevoerd, maar echter niet de belangrijkste, nl. transparantie. Paul nam vervolgens verlof als leraar van Ehipassiko.
Op 1 juni 2020 heeft Carlo Luyckx aan de bestuursraad van Ehipassiko gemeld dat de vraag over het lidmaatschap van Ehipassiko bij de BUB was vervallen omwille van het vertrek van Paul. Op 7 juni 2020 werd de historiek van de feiten aan de leden van de Algemene Vergadering van de BUB toegelicht. Ehipassiko kreeg daarbij de gelegenheid tot wederwoord. Begin 2022 werd Paul opnieuw actief betrokken bij Ehipassiko om als leraar retraites te begeleiden. Hiervan werd de BUB niet op de hoogte gebracht. Aan verschillende voorwaarden die de BUB gesteld had om lid te kunnen blijven van de BUB was nochtans niet voldaan, volgens de BUB.
Terwijl de BUB op eigen initiatief actief voorbereidingen trof om hierover met Ehipassiko in gesprek te treden, kwam vervolgens (begin dit jaar) een klacht binnen van 4 vrouwen. In het ondertussen verder uitgebreide Ethisch en Deontologisch Charter van de BUB herkenden zij zich als slachtoffers van psychologisch, institutioneel en spiritueel misbruik door 2 personen (binnen Ehipassiko). Luyckx: ‘Hiervoor heeft de Ethische en Deontologische Commissie van de BUB een nieuw dossier geopend. Voorlopig kunnen we de details van deze nieuwe melding nog niet kenbaar maken, omdat het onderzoek hierover nog niet is afgelopen. Het lijkt ons aangewezen om in afwachting hiervan de privacy van alle betrokkenen te verzekeren. De BUB zal met de personen die deze klacht ondertekenden verder in gesprek gaan en hen, binnen onze mogelijkheden, ondersteuning aanbieden.’
Niet bewust
Bert Caekelbergh: ‘De unie is ons inziens meegegaan in de argumenten die werden aangebracht door de klagers maar zonder ons hiervan te ondervragen naar aard, plaats, reden en aanleiding. We vermoeden een soort van “barbertje moet hangen” of een andere verborgen agenda? We zijn ons van geen misbruik bewust. Al willen we daar wél naar kijken. We hebben besloten geen deel meer van de unie te willen uitmaken tot nader order. Vooral omdat de wijze waarop we hierin zijn benaderd infaam en de BUB onwaardig vinden. Een a priori vermoeden van schuld! We hebben steeds constructief aan de werking van de BUB meegewerkt en hopen oprecht dat zij hun werk naar beste vermogen kunnen verder zetten. Er is geen wrok. Enkel een diep pijnlijk gevoel.
Ehipassiko wenst alle opties open te houden om de vier aanklagers persoonlijk én de BUB als vereniging aansprakelijk te stellen voor alle morele, financiële en diepmenselijke schade die ze door hun handelen teweeg gebracht hebben en/of in de toekomst zullen brengen.’
Bert Caekelbergh zegt overvallen te zijn door de aangekondigde vergadering van de BUB om Ehipassiko het lidmaatschap te ontnemen.
Op 13 januari ontvangt hij als voorzitter van Ehipassiko, volgens hem totaal onverwacht, de mededeling van de voorzitter van de BUB dat er melding is gemaakt, ‘een nieuwe klacht ontvangen, door 4 personen ondertekend, van inbreuken bij Ehipassiko op het Ethisch en Deontologisch Charter van de BUB. Daarbij worden met name psychologisch, institutioneel en spiritueel misbruik vernoemd. Deze zouden zich voorgedaan hebben door enkele van uw leraren toen pogingen werden gedaan om het grensoverschrijdend gedrag van één van deze leraren, dat in de context van een spirituele begeleiding als misbruik werd benoemd, bespreekbaar te maken. Er zijn ook aanwijzingen van mogelijke andere vormen van grensoverschrijdend gedrag.’
Caekelbergh: ‘Samengevat wil dit zeggen dat de BUB bij monde van haar voorzitter, zonder enige feitelijke motivatie, zonder enig tegensprekelijk gesprek of debat, het lidmaatschap van Ehipassiko opschort, dit in afwachting van de algemene vergadering die zal beslissen over de uitsluiting.
Voor een goed begrip: noch het bestuur van Ehipassiko, noch de twee externe vertrouwenspersonen die door Ehipassiko zijn aangeduid voor elke vraag of opmerking over ethisch gedrag hebben tot op dit ogenblik weet van ook maar enige klacht van een lid of van leden van de Ehipassiko-sangha. Méér: Ehipassiko volgt integraal het Ethisch en Deontologisch Charter van de BUB/UBB.
Geen toelichting
Op 15 januari schrijft Bert Caekelbergh aan de voorzitter van de BUB dat zijn bestuur deze aantijgingen zeer ernstig neemt. ‘Maar, stelt hij, Ehipassiko heeft echter geen duidelijke toelichting gekregen bij de aantijgingen die werden gemaakt. Wie, wat, waar, wanneer? De redenen die worden aangevoerd om Ehipassiko een verder lidmaatschap bij de unie te ontzeggen, blijven o.i. bijzonder vaag. Over welke leraren gaat het? Van nieuwe aanwijzingen van ‘mogelijke andere vormen van grensoverschrijdend gedrag’ kregen we geen duidelijke verklaring. Over welke nieuwe aanwijzingen en vormen gaat het? Ook dat werd ons niet duidelijk gemaakt! De keuze van de unie om voor een radicale opheffing van ons lidmaatschap te gaan maar vooral de wijze waarop dit gebeurt vinden wij bijzonder pijnlijk. Zeker zonder een recht op antwoord.’
In een reactie diezelfde dag volgt het antwoord van de voorzitter van de BUB: ‘De klacht die de BUB ontvangen heeft op 13 januari (2022) en waarvan de Raad van Bestuur dezelfde dag kennis heeft genomen betreft volgende artikels van het ethisch en deontologisch charter: artikel 3.5. Psychologisch misbruik, artikel 3.8. Institutioneel misbruik en artikel 3.9. Spiritueel misbruik. De leraren die hiervoor vernoemd zijn Paul Van hooydonck en Bert Caekelbergh.
Deze klacht is niet de enige reden voor de beslissing van de Raad van Bestuur om de uitsluiting van Ehipassiko aan de Algemene Vergadering voor te stellen. Het betreft eveneens het niet-respecteren van de voorwaarden die in het verleden werden gesteld.’
Bert Caekelbergh: ‘Maar ook hier ontbreekt opnieuw elke feitelijke motivatie. Enkel de naam van de ‘daders’: Paul Van hooydonck en Bert Caekelbergh. Van “aanwijzingen van mogelijke andere vormen van grensoverschrijdend gedrag” plots geen woord meer. Ondertussen kennen we ook de naam van de aanklagers: vier personen die twee jaar geleden samen Ehipassiko volledig verlaten hebben en ondertussen een eigen sangha hebben opgericht. Overigens heeft Ehipassiko vorig jaar nog een klacht moeten neerleggen tegen één van de aanklagers wegens misbruik van gegevens, het gebruiken van de mailinglist van Ehipassiko bij de opstart van hun nieuwe sangha.’
Het niet-respecteren van voorwaarden uit het verleden wordt ook niet gespecifieerd. Voor enige verdere uitleg, specificatie, feitelijkheid van de klachten moeten we dus nog verder afwachten.’
Weg bij de BUB
Op 16 januari schrijft het bestuursorgaan van Ehipassiko het volgende aan de BUB: ’Na overleg heeft het bestuur van Ehipassiko, besloten niet langer deel uit te maken van de BUB. We zeggen ons lidmaatschap op voor onbepaalde tijd. Voor alle duidelijkheid: wij willen geen confrontatie ontlopen. Maar de wijze waarop is ingegaan op de klacht van de ondertekenaars, de onduidelijkheid in communicatie naar ons over de aard van de beschuldigingen en de dreiging met een uitsluiting nog voor gehoord te zijn heeft ons vertrouwen in de neutraliteit waarop we moeten kunnen rekenen, beschadigd. Vooral het feit dat de unie uitgaat van een vermoeden van schuld vinden we bijzonder pijnlijk. Deze beslissing van het bestuur is een logisch gevolg van het feit dat Ehipassiko deze handelwijze niet enkel pijnlijk vindt, maar gewoonweg onbehoorlijk en brutaal. Het boeddhisme onwaardig.’
Zwijgcultuur
Een van de vier vrouwen die dit jaar bij de BUB klaagde over het voortdurend gebrek aan transparantie binnen Ehipassiko omtrent het misbruik binnen de organisatie. ‘Dat misbruik door Paul Van hooydonck is totaal niet bespreekbaar binnen Ehipassiko, terwijl het al vijf jaar geleden is dat die melding er was. De communicatie binnen het centrum deugt niet, er is een compleet gebrek aan zelfinzicht en zo kon het escaleren, meerdere sanghaleden hebben Ehipassiko verlaten. In naam heeft het bestuur de voorwaarden en maatregelen van de BUB geaccepteerd, maar dat is alleen voor de vorm. Noch Paul, nog anderen binnen het bestuur, hebben om vergeving gevraagd. Terwijl er toch veel emotionele schade is aangericht. Er zou onderzoek moeten komen naar het aantal slachtoffers, onder wie gehuwde vrouwen die niet naar buiten durven te treden. Het misbruik vond in het centrum maar ook daarbuiten plaats. Ook andere betrokkenen hebben veel moeite met hun ervaringen naar buiten te treden.’