Japan overweegt een standbeeld van de beroemde Chinese zenmeester Yinyuan Longqi (1592-1673), tijdelijk uit te lenen aan China als gebaar van goede wil omdat volgend jaar de 50e verjaardag van de normalisering van de diplomatieke betrekkingen wordt gevierd.
De stap is bedoeld om de Chinees-Japanse betrekkingen te helpen verbeteren door middel van culturele uitwisselingen, op een moment dat de twee naties op gespannen voet staan over verschillende kwesties, waaronder Taiwan en China’s vermeende schendingen van de mensenrechten in Xinjiang.
In Japan staat zenmeester Yinyuan Longqi bekend als Ingen van Obaku-san Manpuku-ji, een boeddhistische tempel in de Japanse prefectuur Kyoto. Het beeld verhuist tijdelijk naar de Wanfu tempel in de zuidoostelijke Chinese provincie Fujian. Ingen diende als hoofdpriester in de Wanfu Tempel voordat hij China verliet. Na zijn aankomst in Japan in 1645 stichtte hij de Obaku-sekte van het zenboeddhisme en staat hij bekend om het feit dat hij een boonsoort naar het land heeft gebracht die ‘Ingen-mame’ wordt genoemd.
Het 1,6 meter lange houten beeld werd in 1663 gemaakt met gebruikmaking van het haar en baardharen van de zenmeester. Ingen introduceerde een aantal zaken in Japan, zoals kunst, geneeskunde, architectuur, muziek, geschiedenis, literatuur, drukkunst, groene thee en de boeddhistische keuken. Hij heeft de cultuur van het Edo-tijdperk (1603-1868) sterk beïnvloed.