Voor mijn zoon ben ik in het familiearchief gedoken om materiaal te zoeken voor het boek Pap, vertel ‘s. Eind vorig jaar vroeg hij mij of ik foto’s, teksten en zo in dat toen lege boek wilde plaatsen, zodat hij een beeld kreeg van zijn leven en mijn rol daarin vanaf zijn geboorte.
Het is een hele klus, het is al meer dan veertig jaar geleden dat hij geboren is. Er wordt gevraagd: Wat is mijn lievelingsknuffel? Ik zie een foto van hem in een hotel in Frankrijk, hij slaapt, in zijn arm een soort gele beer, met grote kunststofogen. Ik prakkeseren, hoe heet zo’n beest ook al weer? Na een uurtje weet ik het: Garfield. En zo gaat het maar door.
In mijn PC zitten meer dan 10.000 familiefoto’s. Als ik zijn naam intik komen alle foto’s waarop hij te zien is tevoorschijn. Van het moment van zijn geboorte- hij ligt nat en kleverig op een soort medisch matje, ademt zelfstandig, en de benen van zijn moeder in beeld. Wat zijn vrouwen toch dapper dat ze deze krachtsinspanning op zich durven te nemen.
Na een paar dagen honderden foto’s van hem verzameld te hebben, en ook brieven aan zijn grootouders, van mijn ouders aan hem, twee wapenschilden en heel oude documenten gevonden te hebben, foto’s ook van de stamvaders uit Brandwijk, Kralingen en Friesland, zie ik hem in beeld opgroeien. Veel dingen was ik kwijt, de foto’s zijn geheugensteunen. Ik lees in een briefje van mijn moeder Grietje hoe ze mijn kinderen schoenen noemt. Ze was gek op mijn kinderen, mijn zoon noemde ze goudhaartje vanwege zijn rode haren. En met mijn dochter was ze dikke vriendinnen. Mijn vader was een leuke opa, hij vertelde gekke verhalen en raadsels: Hoe lang is een Chinees?
Het is niet per se leuk om dit te doen. Ontzettend veel mensen zijn al dood. Op jeugdige leeftijd gestorven, soms als kind al, anderen weer op hoge leeftijd. Mijn oma Trui was 92 toen ze doodging, toen de kist in het graf zakte vroeg mijn dochtertje van vier: Ligt oma nu in een doos? Een vriendin van mijn zoon was twintig toen ze verongelukte. Die pijn slijt nooit.
Alles gaat voorbij, alles is veranderlijk. Pap, vertel ‘s drukt me met de neus op de werkelijkheid. Een broer en zus van mij, dood, van mijn kleinkinderen mag ik niet meer harstikke dood zeggen- waarschijnlijk omdat ze dat te definitief vinden. Dood, opa. Ze hebben een paar jaar geleden al beloofd dat ze heel hard zullen huilen als ik de geest geef. Hartstikke dood ben.
Moedig voorwaarts!