Kathmandu is een mysterie. Het kan meedingen naar de status van smerigste hoofdstad ter wereld, dat is wel zeker. Maar KTM, zoals insiders Kathmandu noemen, is ook een vertrouwd nest als het eenmaal je hart gestolen heeft. Zes jaar geleden waren we er voor het laatst. Wat is er eigenlijk weinig veranderd.
Daar op de stoep van Dream Garden aan de rand van Thamel zitten ze nog. De vrouw met twee ogenschijnlijk bijna levenloze kindjes, de gehandicapte -ooit door kinderverlamming getroffen- die zich van straattegel naar straattegel door het stof sleept, de blinde verderop. Later komen we hetzelfde type hartbrekende bedelaars ook in Pokhara weer tegen.
In het toeristische centrum Thamel proberen rijen verkopers je nog steeds inheemse strijkinstrumenten en fluiten, tijgerbalsem, wasborstels, gebedsmolens op zonne-energie en schaakspellen te slijten. Talloze winkeltjes die allemaal dezelfde dingen verkopen, meestal toeristische prullaria, toeristenbureautjes, simkaart- en geldwisselaars en een eindeloze variëteit aan restaurantjes, supermarktjes en drankwinkeltjes. Maar ook winkels met prachtige Hindoeïstische en Boeddhistische beelden, klankschalen, juwelen, tapijten en tanka’s. Soms fluister-sist een jongen opeens het woord hasj in je oren. ‘s Avonds horen we eindeloze drill-oefeningen van de new army met veel commando’s en veel geschreeuw. De new army is ontstaan uit de oude soldaten uit het monarchale tijdperk en een kleine minderheid van maoïstische opstandelingen uit de burgeroorlog tussen 1996 en 2006.
We rijden in een taxi naar Bodhnath, een Tibetaans-boeddhistische enclave in Kathmandu. In Nepal zeggen ze meestal Boudha. Onze chauffeur klaagt dat de Chinezen wel het noordelijke deel van de rondweg om KTM hebben vernieuwd, maar niet het zuidelijke. Hij maakt allerlei omweggetjes om de ergste kuilen en gaten te vermijden. De weg is inderdaad levensgevaarlijk en nauwelijks begaanbaar maar dat verhindert tienduizenden auto’s en motoren niet om zich erop te storten. Er is geen alternatief. ‘What to do…Kathmandu’, zegt de rechtgeaarde, fatalistische Nepalees.
De smog is nauwelijks doordringbaar op deze weg. Waar de Kathmandu-vallei volgens de overleveringen ooit een door wonderlijke slangachtige Naga’s bewoond meer was, is het nu een uitgestrekte badkuip vol laaghangende luchtvervuiling. Voor ons is het vieze mist, pure smog uit het Londen van 1900. Het aantal mondkapjes is duidelijk toegenomen en sommige Nepali nemen hun bescherming tegen fijnstof en andere vervuiling zo serieus dat ik me afvraag of ze door ons boerkaverbod zouden komen.
De kranten Mahalayan en Republika (in samenwerking met The New York Times) melden dat drie parlementsleden in hechtenis genomen zijn, op verdenking van respectievelijk aanranding, moord en vandalisme. Politiek in Nepal blijkt een hachelijk tijdverdrijf (niet verkeerdom begrijpen aub). In een niet al te brede straat zie ik een tafereel dat mogelijk veel van de Nepalese inborst verraadt. Een bus probeert rechts te parkeren, maar het gat is niet groot genoeg, dus zijn kont blijft tot het midden uitsteken. Van de andere kant komt er ook een bus aan. Maar een personenauto rijdt luid toeterend het gaatje naast de parkerende bus dicht en verspert daarmee ook elke doorgang voor de aankomende bus. Achter de auto voegt zich meteen een klont andere auto’s en motoren. Ook als het gat voor de parkerende bus iets groter wordt gemaakt doordat een voorliggende geparkeerde andere bus iets naar voren rijdt, komt de hele zaak muurvast te zitten. Ieder voor zich, maar het is zeer de vraag of God zich dan over ‘allen’ ontfermt.
Aan de andere kant: het aantal ‘powercuts’ (stroomloze perioden), een vertrouwd verschijnsel in KTM, lijkt behoorlijk minder te zijn. En iedereen van jong tot oud heeft een mobieltje en vaak nog een IPhone ook. En wat ook opvalt is dat er veel middenstanders zijn die duurdere en luxere artikelen verkopen….
Tenslotte; heel raar: Amir is weg. De man bij wie we onze mooie Avalokiteshvara in onze zendo hebben gekocht. Zijn winkel is uit het straatbeeld verdwenen. Maar wij vinden hem nog wel ergens…(niet dus).