Zaterdagavond keek ik naar een documentaire over 150 jaar Bijenkorf, over de oprichting, de bijna ondergang en het herstel van deze hebzuchtkolos. Er werd een familielid van een van de oprichters in beeld gebracht. Hij vertelde dat de werknemers van de Bijenkorf een redelijk loon kregen zodat ze eten konden kopen en niet als uitgemergelde hongerlijders in de enorme winkels de producten aan de klanten verkochten. Dus niet het welzijn van deze arbeiders stond op de eerste plaats, maar het welbevinden van het bedrijf. Al gaat dat soms samen.
In de documentaire lag de nadruk op de etalages van de Bijenkorf, in Nederland wereldberoemd. De etaleurs waren en zijn ware kunstenaars.
Ineens herinnerde ik me hoe ik met mijn kleine broertje en zusje in de decembermaand door onze lieve moeder naar de Coolsingel werd meegenomen, om naar die Bijenkorfetalages met klimmende Zwarte Pieten of Kersttaferelen te gaan kijken. Daar stonden we dan in onze verstelde maar toch nette kleren- arbeidersjargon, en opgelapte schoenen, van de luxe gescheiden door een raam en nog veel meer.
Het gekke was dat we ook nooit hunkerden om het magazijn binnen te gaan. Zo vanzelfsprekend onbereikbaar was de inhoud voor ons.
Ik kon er zaterdag nog om janken, om die ellendige en nog steeds bestaande tweedeling in de maatschappij. Meer loon voor het personeel om de klanten een rad voor ogen te draaien. En een moeder die ons wilde plezieren maar ons op dat moment confronteerde met wie wij waren.
Moedig voorwaarts!
Wouter ter Braake zegt
De Bijenkorf, een prachtige metafoor voor hoe het kapitalisme werkt. Vele duizenden werkbijen die de raten bouwen, de honing verzamelen en de larven voeden. Eén imker die de oogst uit de raten slaat en verzameld.
josien Hoogland-Neher zegt
Ik jank om de mensen die janken om de hebzucht van anderen (ook die van mij) en daarbij hun eigen hebzucht niet onder ogen durven te komen. Hebzucht kent vele vormen, evenals ‘liefde’. Het Boeddhistisch Dagblad lezen is ook zo’n vorm.
Teska Seligmann zegt
Mijn oma koesterde een grote liefde voor de bijenkorf. Haar joodse man werd in de oorlog ontslagen, zoals alle joden, maar de Bijenkorf bleef hen loon uitbetalen. Daarvoor is ze eeuwig dankbaar gebleven. ( en dat kan ik me voorstellen)
Joop Ha Hoek zegt
Mijn ervaringen als kind voor de etalage waren maar een momentopname, zo heeft iedereen zijn of haar eigen herinneringen. In de documentaire werd in een van de vestigingen van de Bijenkorf een stookruimte in de kelder getoond, waar onder de enorme berg kolen een ruimte was gemaakt voor onderduikers. Dat gebeurde ook bij de Bijenkorf. Dank je wel voor je reactie.