B.F. Skinner is de meest invloedrijke psycholoog van de vorige eeuw. Hij stelde dat niet ons innerlijk leven bepaalt wat we doen, maar onze genetische aanleg, onze leergeschiedenis en de omstandigheden waarin we ons bevinden. Als we ons gedrag willen veranderen om grote problemen aan te pakken, moeten we daar de oplossing zoeken.
De ideale wereld van B.F. Skinner brengt het gedachtegoed van B.F. Skinner opnieuw onder de aandacht, en maakt duidelijk dat zijn ideeën actueler zijn dan ooit. In een selectie uit zijn werk gaat dit boek op zoek naar zijn oplossingen voor de actuele problemen van mens en samenleving.
‘Dit boek kon ik niet meer wegleggen voor ik het uit had. Weinigen hebben menselijk gedrag zo goed kunnen verklaren en beïnvloeden als Skinner. De ideale wereld van B.F. Skinner laat helder en genuanceerd zien hoe belangrijk zijn werk is voor iedereen die geïnteresseerd is in ons gedrag.’
– Prof. dr. Bram Orobio de Castro, hoogleraar Orthopedagogiek: ontwikkelings- en opvoedingsproblemen, UvA
‘Het werk van Burrhus Skinner is in deze coronatijd actueler dan ooit. Een belangrijk boek!’
– Dr. Vittorio Busato – psycholoog en auteur
Prof. dr. Pier Prins is emeritus hoogleraar Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie. Dr. Arnold van Emmerik is docent en onderzoeker. Daarnaast is Van Emmerik voorzitter van de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve Therapieën (VGCt)
Hoe zou Skinner de corona-crisis aanpakken?
De campagne ‘Ik hou (afstand) van jou’ van de gemeente Amsterdam zou zeker gewaardeerd worden door B.F. Skinner. Met een anderhalvemeter-monitor kunnen mensen op een groot scherm zien of ze genoeg afstand houden van hun omstanders. De monitor laat dat zien door een groene, rode of oranje smiley op het gezicht te plakken.
Skinner’s aandacht zou vooral uitgaan naar positieve omgevingscontrole van de benodigde gedragsveranderingen (goede gedragsvoorbeelden benadrukken en laten zien want ‘goed gedrag doet volgen’, afstand houden, handen wassen, mondkapje dragen, thuis werken, drukte mijden, ventileren, et cetera). Hij zou kortom onze fysieke en sociale omgeving zo inrichten, dat zij deze gedragingen faciliteren en positief bekrachtigen.
Maar ook met de door Skinner bepleite positieve omgevingscontrole zijn deze en andere gedragsveranderingen waarschijnlijk slechts beperkt te realiseren. Wat niet betekent dat we met cognitieve ‘veranderingen’ (informatie geven, voorlichtingscampagnes lanceren en beroep blijven doen op eigen verantwoordelijkheid) verder zouden komen.