Chef las een artikel over Anna, een jonge vrouw die studeerde in Groningen en al sinds haar achttiende door heel Europa lift. In het begin met een vriendin, later alleen en nu – korte afstanden- met haar tweejarig dochtertje. Ze spreekt chauffeurs aan op tankstations en grensovergangen. Anna merkte hoe behulpzaam die chauffeurs zijn. Sommigen reden kilometers om om haar op de goede weg te helpen, anderen hielpen haar met het vinden van een slaapplaats.
Vaak ging het goed. Voorstellen om effe een hotelletje in te duiken, wimpelde ze af. Soms brak ze een lift af, als de situatie wel heel onprettig werd. Een keer verkeerde ze in een wel heel benarde positie toen ze in een huis van een Roemeense gastarbeider in een Spaans dorp verkracht dreigde te worden. Toen ze dat wist te voorkomen dwong te man haar tot orale seks. Ook dat wist ze te voorkomen door keihard op de piemel van de man te bijten. Die na een half uur zijn verontschuldigingen aanbood voor zijn gedrag, waarop Anna ongeschonden de woning verliet.
Anna zegt de pech te hebben gehad deze man tegen te komen, maar wel duizend keer ging het liften goed. Zij vindt dat geen reden om de rest dan ook maar niet te vertrouwen. Anna heeft altijd het gevoel dat ze de situatie aankan, in de psychologie wordt dat self-efficacy genoemd; het vertrouwen dat je invloed kan uitoefenen op je situatie, dat het je gaat lukken. Anna wordt daardoor bevestigd in het beeld dat liften vooral leuk is om te doen. Leven is nu eenmaal risico, vindt Anna,
Chef heeft nooit gelift, wel lifters meegenomen. Ook hij reed tientallen kilometers om om lifters naar hun bestemming te rijden. Rare gewoonte eigenlijk. Op een dag stapte er in het midden van Nederland een man in zijn auto. Een lifter. Een bonkig en zwijgzaam type. Hij wilde graag naar Rotterdam. Chef ook. Het was al laat in de avond, en later het begin van de nacht. De man sprak geen woord, enkele malen bromde hij als reactie op een gesprek dat Chef met hem wilde voeren. Brom, brom, het kwam diep uit zijn keel. Een wolfman.
Chef vond de situatie onplezierig. Nacht, donker stil, verder niemand te zien. Een rare man in zijn auto. De man wilde eruit in het bos bij Rotterdam. De fantasie ging met Chef op de loop. Hij dacht: als ik stop dan open ik ook mijn portier, klaar om uit de auto te springen. De man stapte uit en bromde nog een keer. Daarna verdween hij in het holst van de nacht.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!