Europa wordt gedomineerd door onbarmhartig egoïsme. Ik voel een heilige verontwaardiging in mij kolken. In het Engels heet verontwaardiging ‘indignation’. Wij kennen bijna hetzelfde woord in onze taal: ‘Indignatie’. Het betekent zoveel als ‘onwaardigheid, belediging’. De wijze waarop wij in Europa omgaan met de vluchtelingen op de Griekse eilanden is onwaardig, een belediging voor de menselijkheid.
Op het moment dat ik deze verontwaardiging in mij voel kolken, lees ik ‘Vers Beton’ een digitale krant in Rotterdam. De titel ‘Het is tijd voor verontwaardiging’. Waar gaat het hier om? Woningcorporatie Vestia wil in de Tweebosbuurt huizen slopen en nieuwbouw neerzetten. Ahmed Abdillahi en Mustapha Eaisaouiyen schrijven een columnserie als bewoners van de Tweebosbuurt. Een reeks over verzet tegen de sloop van hun wijk en wat dit doet met de bewoners.
Ik lees tussen de regels van hun woorden over ‘daden en intentie’. Vestia is daadkrachtig in het doorzetten van haar sloopplannen. Maar is haar intentie de huidige bewoners een beter en comfortabeler woning te bieden? De intentie voor sloop blijkt te zijn: er wonen te veel allochtonen en de inkomens zijn te laag. Vers Beton citeert het pleidooi van Vestia voor de rechtbank. De corporatie wil slopen en vervangende nieuwbouw omdat ‘Veel mensen in een sociaaleconomisch kwetsbare positie zitten’ en ‘Er zijn negatieve associaties bij de wijk: allochtonen’. Dit zijn voor Vestia de motieven om de herstructurering van de wijk te onderbouwen. Ahmed Abdillahi en Mustapha Eaisaouiyen voelen zich als Rotterdammers (mijns inziens volledig begrijpelijk) als onwaardig bejegend.
En bij een mens roept onwaardig bejegend worden misnoegen op, boosheid. Het is boosheid over onrecht. De boosheid van Ahmed Abdillahi en Mustapha Eaisaouiyen resoneert in mij, appelleert aan mijn weerzin tegen onrecht.
Dan doemt de vraag, hoe verhoudt zich mijn verontwaardiging over de vluchtelingen en dichterbij over het neerbuigend bejegenen en wegjagen van groepen Rotterdammers zich tot mijn wens tot innerlijke vrede? Wat doet een mens (en een zich boeddhist noemend mens) wanneer hij, of medemensen, onwaardig worden bejegend, wanneer het gedrag van anderen jegens hem of medemensen beledigend is en onrecht aandoet?
Ik wil oprecht alert blijven tegen de drie vergiften die de geest ernstig kunnen verstoren, te weten ‘aversie/agressie’, ‘hebzucht/begeerte’ en ‘onwetendheid/verwarring’.
Maar mijn mededogen voor al wat leeft, of het nu verder weg is op Griekse eilanden of in de Rotterdamse Tweebosbuurt, gaat gepaard aan de stem van verontwaardiging. Ik wil deze fors laten horen; en verontwaardiging/boosheid, zo houd ik mijzelf voor, is nog geen haat en daaruit voortvloeiende agressie.
Ik denk dat wil een bodhisattva-geest alle levende en voelende wezens spiritueel bevrijden, dan is verontwaardiging en sociale strijd in de materiële wereld een goede vingeroefening. Dus, van het kussen naar de dagelijkse bevrijdingsstrijd! Laat de stem van de verontwaardiging klinken. Maar blijf rust zoeken in het innerlijk.
Bron: https://versbeton.nl/2020/09/het-is-tijd-voor-verontwaardiging/
Arina zegt
Het schijnt dat de Boeddha zelf, nadat deze een boosaardige ‘ bal’ kreeg toegeworpen, zei dat je zo n ‘ geschenk’ niet hoefde aan te nemen.
Dit komt neer op negeren, niet op ingaan, bij de ander laten, je er niet door laten beïnvloeden.
Toch?
Henk van Kalken zegt
Het zal een slachtoffer van haat of boosheid een worst zijn of hij nou vanuit de ene gemoedsstemming in elkaar wordt geslagen of vanuit de andere. De eigen oordelende geest maakt het verschil – dat ten diepste niet bestaat.
loes van ommen zegt
Ver ont waardiging is volgens mij ver van jezelf ont is loskoppelen van je waardigheid. Heus de stem van STILTE die in het zelf mag wonen is nog steeds het beste medicijn tegen alles waartegen verzet wordt, fijne dag.