CETA Handelsverdrag met Canada is in strijd met de Grondwet. Dat stelt een groep van ruim dertig hoogleraren, advocaten en andere juristen in een open brief aan de Eerste Kamer, die zich momenteel over het verdrag buigt. De brief is ondertekend door, onder anderen, hoogleraar staatsrecht Jerfi Uzman van de Universiteit van Utrecht en advocaat Bénédicte Ficq. Het betreft een initiatief van advocaat Meike Terhorst uit Alkmaar en dr. Wybe Douma van EU Legal, specialist op het gebied van handel en milieu. Milieudefensie ondersteunt de brief.
De rechtsgeleerden maken bezwaar tegen het voor CETA in het leven geroepen internationale arbitragehof. Dat is volgens hen een onnodig parallel rechtssysteem ter bescherming van de belangen van buitenlandse investeerders, en in strijd met de Grondwet waarin bepaald is dat Nederlandse rechters in dergelijke kwesties bevoegd zijn. Ook waarschuwen zij voor de overdracht van wetgevende bevoegdheden aan ambtelijke CETA-werkgroepen en de boterzachte milieubepalingen.
Niet te negeren signaal
“Deze brief is een niet te negeren signaal voor de Eerste Kamer. Mensen die dagelijks te maken hebben met de theorie en praktijk van het recht, waarschuwen dat met CETA teveel rechten aan bedrijven worden gegeven”, zegt directeur Donald Pols van Milieudefensie. “De beslissende stem ligt nu bij de PvdA-fractie. Het zou onbegrijpelijk zijn als de PvdA voor stemt en zo de macht van multinationals verder vergroot, ten koste van klimaat, dierenwelzijn en werknemers.”
Gevolgen energietransitie
CETA kan ‘desastreus’ zijn “voor de noodzakelijke energietransitie en andere grote beleidswijzigingen”, aldus de ondertekenaars. “Nederland kan het zich niet veroorloven dat de ruimte voor wets- en beleidswijzigingen door deze clausules worden beknot.” Ons land heeft nu al grote moeite om de internationale klimaatdoelen te halen. CETA maakt dit alleen maar moeilijker. Canadese bedrijven krijgen via CETA de mogelijkheid enorme schadeclaims in te dienen tegen Nederlandse klimaatmaatregelen. “De energietransitie wordt zo nog moeilijker en duurder. Verder zijn klimaatbepalingen in CETA niet juridisch afdwingbaar. De balans tussen economie en klimaat ontbreekt daardoor in CETA”, aldus Wybe Douma. “Omdat het verdrag in strijd is met de Grondwet kan CETA alleen worden goedgekeurd bij twee derde meerderheid door de Nederlandse volksvertegenwoordiging.”
Twee artikelen uit de Grondwet
Handelsverdrag CETA voorziet in de oprichting van een Europees-Canadees arbitragehof waar arbiters oordelen of buitenlandse investeerders recht op schadevergoeding hebben. Volgens de rechtsgeleerden wordt zo in strijd met artikel 112 van de Nederlandse Grondwet rechtsmacht overdragen. Daar staat: “Aan de rechterlijke macht is opgedragen de berechting van geschillen over burgerlijke rechten en over schuldvorderingen.” Het arbitragehof is géén onderdeel van de rechterlijke macht, dus is er sprake van strijd met de Grondwet.
Ook stellen de juristen dat artikel 81 van de Nederlandse Grondwet wordt geschonden. In dat artikel staat: “De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.” Maar onder CETA kunnen ambtelijke werkgroepen ineens ook bindende regels vaststellen, zonder dat het Nederlandse parlement daar nog aan te pas komt. CETA-werkgroepen kunnen bijvoorbeeld zelfstandig regels van de investeringsarbitrage aanpassen. Wybe Douma: “Deze uitholling van de wetgevende bevoegdheid van het Nederlandse parlement is daarom ook in strijd met de Grondwet.
Louis zegt
Worden ze nog eens wakker in den Haag of gaan we op de blaren zitten?