Onderweg naar Meester Fenglin kwam Linji een oud vrouwtje tegen. ‘Wat moet dat hier’, zei het vrouwtje. ‘Ik zoek Fenglin’, zei Linji. ‘Kun je lang zoeken’, zei het vrouwtje. ‘Ik heb de tijd’, zei Linji. ‘Ik niet’, zei het vrouwtje en slofte verder.
Linji liep zachtjes achter haar aan, tilde zijn stok op en riep: ‘Daar zal je hem net hebben.’ Verrast draaide het vrouwtje zich om. Linji sloeg toe.