Mijn kat
die heeft drie poten
Drie poten heeft
mijn kat
Maar miste hij geen pot(en)
had hij er vier gehad
Dat van die poten is trouwens zieliger voor mij dan voor hem, omdat, tegen beter weten in, mijn brein blijft doorzeuren dat hij er eigenlijk vier zou moeten hebben. De kat zelf vindt het ogenschijnlijk geen probleem. Zijn reductie met één vierde weerhoudt Midas, zoals hij heet, er niet van om muizen en ratten te vangen, vergeefs op vogels te loeren, katers uit mijn tuin te knokken, buurtuinen sanitair te bezoeken en in kuiten van zijn keuze te bijten. Van karma heeft hij nog nooit gehoord. Hoewel zijn leeftijd vordert, heeft hij soms nog buien van speelse gekte, zoals alleen een kat dat kan hebben. Hij zit rustig, kijkt me met zijn klare, groengele stuiters aan, leviteert dan plotseling met drie poten tegelijk, draait half om zijn as, sprint ongericht als gekatapulteerd een metertje weg en gaat, vrijwel zonder overgang, totaal ontspannen aan zijn buik likken.
Wat is het geluid van één klappende poot?
Zijn authenticiteit ontleent hij aan een tamelijk verlicht aandoende manier om te acteren zonder langdurige denkprocessen. Dit in flagrante tegenstelling tot zijn baasje. Van die moeilijke, altijd karma veroorzakende denkprocessen, voorafgaand aan mijn oordeel over datgene wat ik eerst heb waargenomen, geanalyseerd, be- en vèroordeeld heb. Is Midas dan misschien verlicht? Nee. Hij doodt, terroriseert, en doet over het algemeen maar wat. Volstrekt zonder enige slopende gewetensstrijd, die ons, mensen, zo kenmerkt. Hij krijgt een impuls, en geeft daar direct, oogverblindend snel, gevolg aan. Hij volgt hierin, instinctief en cognitief, zijn gedachten. Hoe beperkt en eenvoudig ook, maar toch. In dzogchen is bekend: het volgen van een gedachte, op welk niveau dan ook, heeft een karmisch gevolg. Dus wordt er geoefend op het niet-reageren op een gedachte. Observeren, niet volgen en rustig wachten tot de gedachte is opgedonderd. Jaja, mooier klinkt natuurlijk dat een gedachte ‘ is opgegaan in zelfbevrijding en opgelost in zijn eigen energie.’
Maar wat is er de zin van om voorbij gedachten, analyses en oordelen te gaan? Het proces van denken is complex en subtiel. Ik zie een bloem. In plaats van het daarbij te laten, denk ik: Oh, jongens, wat mooi. Zal ik hem plukken om er het Thuisfront mee te behagen? Nee, da’s toch eigenlijk niet zo geweldig. Laat groeien en bloeien wat er is in de natuur.
Een mooie gedachte. Vervuld van mijn zelfoverwinning dat ik het groeisel niet geplukt heb loop ik door, gehuld in een Tigle van vijf kleuren, een maanschijf rondom mijn grijze lokken. Aan mijn geconstrueerde ego wordt het goede gevoel dat ik onderscheiden heb toegevoegd. Associatie- en identificatiereeksen worden gestart. Herinneringen aan eerdere goede en minder goede daden die ik verrichtte en het mooie of minder mooie gevoel wat ik daaraan overhield. Eigenlijk ben ik best een goed mens. Ja, maar laatst, met drie glazen wijn op was je weer onhebbelijk tegen het Thuisfront. Geen wijn meer dan? Nou, beter op je woorden letten voortaan. Ah! Dat is de oplossing. Wéér een goed gevoel. Ik weet het nu zeker: ik ben dus toch een goed mens.
Zonder denkprocessen kunnen we niet overleven in deze wereld. Dus kunnen we het nadenken over zaken ook niet uitbannen. Dat moet ook niet. De enige vorm waarin we ooit de verlichting kunnen bereiken is de menselijke. Tenminste, als ik allerlei leraren moet geloven. Ik laat groene Marswezens en overige voor het gemak hier maar even buiten beschouwing. Geen idee of die ook verlicht kunnen worden. Cognitieve processen helpen ons dus om te overleven. Maar dat is ook niet wat bedoeld wordt met aanwezig zijn in de pure, oorspronkelijke kwaliteit van het bewustzijn. Het zijn dualistische denkprocessen die ons verder doen afdwalen van de Oorspronkelijke Staat van Zijn. Het eindeloze indelen, analyseren en beoordelen van verschijnselen, in dit wil ik wel, dat wil ik niet. Dit is mooi, dit is lelijk. Dit is goed, dit is slecht.
Terwijl nergens in het universum dit soort criteria te vinden zijn, behalve dan in menselijke, dualistische breinen. Het brein als verlichtingsparadox, met denkprocessen, identificaties, associaties, oordelen en karma. Nu ik erover nadenk: misschien geldt dit ook wel voor de groene breinen van Marswezens en aanverwante universumbewoners.
Dus gisteren pakte ik Midas op – daar houdt hij totáál niet van – en zei in het fluwelen driehoekje van zijn oor dat hij perfect was met zijn drie poten, dat er geen poot aan toegevoegd of afgehaald hoefde te worden. Hij reageerde zeer dualistisch door zijn tanden krachtig in de muis van mijn hand te zetten en zich los te worstelen. Ik staarde naar de afdrukken in het vergankelijke vlees, waarvan er één een rood bloedknopje liet opbloeien. Prachtige, perfecte afdrukken en bloedknopje, mankeerde niets aan, hoefde niets aan toegevoegd of veranderd te worden, behalve dan dat het verdorie geen pijn moest doen en dat ik moest denken aan de mogelijkheid van een infectie…
Juist, Midas en ik proberen het morgen, aan het begin van een nieuwe dag, met nieuwe kansen en mogelijkheden, gewoon opnieuw.
Hernam Eduardo van Vuure zegt
ja, dat heb je ervan: bemoei je je met zo’n kat: houd je er een kater aan over
Henk van Kalken zegt
Vandaag ging het beter. Hij gaf een kopje en probeerde in mijn neus te bijten.
G.J. Smeets zegt
Henk, nooit tegen een kater zeggen dat ie perfect is. Dan gaan ze zich schamen. En al helemaal niet als ie vernoemd is naar koning Midas die, zoals mythologisch bekend, de schaamtedood is gestorven. Ongevraagd advies: begin een nieuwe dag met je dierbare schurk met hem te zeggen waar het op staat: uitvreter, struikrover, lastpak.