Een man ging naar de deur van de Beminde en klopte aan. Een stem vroeg: ‘Wie is daar?’ De man antwoordde: ‘Ik ben het.’ De stem zei: ‘Er is hier geen plaats voor mij en jou.’ De deur bleef dicht.
Na een jaar van eenzaamheid en onthouding keerde de man terug naar de deur van de Beminde. Hij klopte aan. Een stem van binnen vroeg: ‘Wie is daar?’ De man zei: ‘U bent het.’ De deur ging open.
Rumi
Hans: Een man ging naar de deur van de Beminde en klopte aan. Een stem vroeg: ‘Wie is daar?’ De man antwoordde: ‘Ik ben het.’ De stem zei: ‘Er is hier geen plaats voor mij en jou.’ De deur bleef dicht.
Na een jaar keerde de man terug naar de deur van de Beminde, die zijn tijd had doorgebracht in eenzaamheid en onthouding. De deur stond open. De man klopte aan. De stem riep: ‘Jij bent het! Kom binnen!’
Ayah: Ah ja!
Hans: Er bestaat een mondeling overgeleverd vervolg op dit verhaal dat bij weinigen bekend is. Wil je het horen?
Ayah: Graag.
Hans: Een jaar later keerde de man opnieuw terug naar de deur van de Beminde, maar er was geen deur meer. Een stem achter hem riep: ‘Jij bent het! Kom je buiten spelen?’