Een mysticus is een vrijgeest, geen vrijmetselaar
Het woord mystiek is afgeleid van het Griekse mystikos, dat geheimzinnig betekent.
Niet in de gnostische zin van geheime kennis, alleen voor ingewijden, maar in de agnostische zin van geheim voor iederéén:
Waar niemand bij kan, ook ingewijden niet.
Zo opgevat is mystiek het tegenovergestelde van gnostiek.
Een gnosticus is gebonden aan geheime kennis, een mysticus is ongebonden, vrij van kennis.
Een mysticus is een vrijgeest, geen vrijmetselaar, om maar eens een bekende geheime organisatie voor ingewijden te noemen.
Mystiek is geen metselen en metselen is geen mystiek, al bouw je een kerk van de grond tot het zwerk.
Geloofsvrije mystiek
Een grenze(n)loos niet-weten voert het mysterie zozeer ten top dat het niet langer als een wezen of onwezen wordt voorgesteld.
Niet langer als een ding of onding.
Niet langer als goddelijk of ongoddelijk.
Niet langer als bestaand of onbestaand.
Niet langer als immanent of transcendent.
Niet langer als het eendere of het andere.
Niet langer als fysisch of metafysisch of parafysisch of wat dan ook.
In een onbegrensd niet-weten houdt het mysterie zelfs op mysterieus te zijn.
Daar is geen onderscheid meer tussen de weetniet, haar niet weten en het mysterie waarvan niets geweten wordt, en ook geen versmelting in een unio mystica.
Geen veelheid, geen dualiteit, geen non-dualiteit, geen eenheid, geen leegte – niets van dat alles en ook niets anders.
Zelfs het niet-weten wordt niet geweten.
Het mag dan ook geen naam hebben in iedere zin van het woord.
Maar zonder naam gaat het ook niet.
Mystiek die het mysterie tegelijk ten top en ten einde voert, kun je radicale mystiek noemen.
Agnostische mystiek.
Geloofsvrije mystiek.
Lege mystiek.
Of simpelweg agnose.
Redeloze, bodemloze agnose.
Agnose is een ongebonden, geloofsvrije, beeldloze mystiek die geen voorkeur heeft voor een ongebonden, geloofsvrije, beeldloze mystiek, niet voor vrijzinnigheid, niet voor orthodoxie, niet voor neutraliteit en ook niet voor een leven zonder voorkeur.
Een soefi is geen spijker
Een derwisj wentelt steeds om zijn as.
Zo schroeft hij zich een weg uit zichzelf.
Maar in een rechtstreekse weg naar de Voorzienigheid is niet voorzien.
Soefisme is geen hamer, een soefi is geen spijker om Allah mee vast te nagelen.
Tot de Dag des Oordeels zal de derwisj als een komeet om zijn Deus heen blijven draaien.
Hij kan naar Hem kijken maar hij kan Hem nooit bereiken.
Hij kan van Hem wegkijken maar hij kan hem nooit meer niet zien.
Een weetniet is een schroefie
Ook een weetniet wentelt steeds om zijn as.
Zo schroeft hij zich overal uit weg.
Linksom en rechtsom.
Uit het kijken én uit het bereiken.
Uit het onderscheid én uit de eenheid.
Uit het geloof én uit het ongeloof.
Uit het antwoord én uit de vraag.
Uit de zekerheid én uit de twijfel.
Uit het weten én uit het niet-weten.
Een weetniet is wendbaar zonder dóór te draaien.
Hij draait nergens meer omheen, laat staan als een komeet.
Niet om God, niet om de duivel of om welke hete brei ook.
Alles draait ook niet meer om hém.
Maar hij wentelt onophoudelijk om zijn eigen as.
Zo schroeft hij zich overal uit weg.
Linksom en rechtsom.