Het is een opgave om een artikel te schrijven over Buddhism in a dark age, Cambodian monks under Pol Pot van dr. Ian Harris (1952-2014). Het boek bevat gedetailleerde informatie over de vervolging van het boeddhisme door de Rode Khmer in de jaren 1970 in Cambodja. Hieronder een indruk van de inhoud van Harris’ boek met een enkele historische aanvulling over de vervolging van boeddhisten in het algemeen.
Cambodja ligt in Zuidoost-Azië, ingeklemd tussen Laos, Vietnam, Thailand en de Golf van Thailand. Het land telt ruim 16 miljoen inwoners en bijna 98% is etnisch Khmer. Theravada-boeddhisme is de staatsgodsdienst.
Van de 9de tot de 15de eeuw was Cambodja het centrum van een groot Khmerrijk, dat zich uitstrekte over heel Zuidoost-Azië. De cultuur en religie ervan was een mengeling van hindoeïsme, boeddhisme, lokaal animisme en voorouderverering. Angkor Wat is ongetwijfeld het belangrijkste overblijfsel van deze beschaving. Vanaf het midden van de 15de eeuw tot de Franse kolonisatie van Indochina werd het land geregeerd door zwakke koningen. Het ging gebukt onder binnenlandse conflicten en oorlogen met Thailand en aartsvijand Vietnam.
Boeddhistisch socialisme
Tussen 1863 en 1953 was Cambodja een deel van Frans Indochina. In 1941 volgde prins Norodom Sihanouk de overleden koning Sisowath Monivong op als het minst onacceptabele lid van de koninklijke familie, in de ogen van de Fransen. De bevolking en de sangha, de boeddhistische kloostergemeenschap, waren fel gekant tegen de Franse overheersing.
Onder invloed van het anti-kolonialisme zouden sommigen leden van de sangha invloedrijk worden. Prins Sihanouk profileerde zich als ‘vader van de Cambodjaanse onafhankelijkheid’. Dit deels dankzij aan de politieke ontwikkelingen in Vietnam, waardoor Frankrijk uiteindelijk de greep verloor op heel Indochina.
In 1953 werd Cambodja onafhankelijk, maar in 1955 deed Sihanouk afstand van de troon ten gunste van zijn vader Suramit. Vervolgens vormde hij zijn eigen politieke beweging, de People’s Socialist Community (Sangkum) en tegen de achtergrond van geweld, intimidatie en fraude won hij de verkiezingen van 1955. Sangkum streefde naar ‘boeddhistisch socialisme’, maar het werd een fiasco. Het gewelddadige overheidsoptreden tegen politieke tegenstanders en de economische crisis waren bedreigend voor de positie van prins Sihanouk.
Lon Nol
De Cambodjaanse generaal Lon Nol zette in 1970 het staatshoofd prins Norodom Sihanouk af en riep de Khmerrepubliek uit, een pro-VS militair bewind. Binnenlands werd zijn bewind tegengewerkt door een monsterverbond van prins Sihanouk en zijn aanhangers met Cambodjaanse (en Vietnamese) communisten. De opstand werd geleid door de Rode Khmer (RK), gesteund door het Vietnamees Volksleger en de Vietcong. De Vietcong en dit volksleger bezetten delen van Cambodja en gebruikten het als uitvalsbasis voor de oorlog met Zuid-Vietnam. In 1970 vielen Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen dit deel van Cambodja binnen, om de daar gelegerde vijandige troepen aan te vallen.
Tijdens de Vietnamoorlog (1955-1975) werd Cambodja zwaar gebombardeerd door Amerikaanse B-52 bommenwerpers. Ze hadden het voorzien op de Vietcong en de Ho Chi-Minhroute, die Noord- Vietnam over het grondgebied van Laos en Cambodja met Zuid- Vietnam verbond en Zuid-Vietnam van wapens en strijders voorzag. Cambodja was na Laos het zwaarst gebombardeerde land in Zuidoost-Azië met naar schatting 600.000 burgerslachtoffers. APOPO dat landmijnen ruimt met behulp van ‘HeroRATS’ meldt dat sinds 1979 er in Cambodja meer dan 64.000 slachtoffers zijn van landmijnen of andere oorlogsexplosieven uit de Vietnamoorlog. Met meer dan 40.000 geamputeerden heeft Cambodja het hoogst aantal geamputeerden door landmijnen per hoofd van de bevolking ter wereld.
Pol Pot
Na de val van de hoofdstad Phnom Penh In 1975 riep de Rode Khmer (RK) onder leiding van Pol Pot Democratisch Kampuchea uit. Ideologisch stond de Rode Khmer dicht bij het maoïstische China. Al voor de machtsovername in 1975 kreeg de RK al intensieve steun uit die hoek. Beide hadden de Vietnamezen als gezamenlijke vijand in de regio.
De RK oefende een waar schrikbewind uit en vermoordde tussen de 1,5 miljoen en de 2,5 miljoen mensen. Dit was ongeveer 25% van de Cambodjaanse bevolking. Eind 1978 besloten de Vietnamese leiders om het regime af te zetten, omdat het een bedreiging vormde voor Vietnam. Vietnam liep Cambodja in twee weken onder de voet en maakte een eind aan het schrikbewind. De Democratische Volksrepubliek Kampuchea werd opgericht. Na de verdrijving van het regime van Pol Pot, hield de RK nog jaren stand in de Cambodjaanse jungle. In 1989 trok Vietnam zich terug uit Cambodja.
Vervolging boeddhisme algemeen
Vervolging van het boeddhisme is geen modern verschijnsel in Azië, schrijft Ian Harris in zijn studie Buddhism in a dark age. In de loop der eeuwen kreeg deze vervolging maar al te vaak een ‘boeddhistische’ rechtvaardiging. Immers, de vorst was beschermer van de sangha en zag het als zijn taak om het te ‘zuiveren’ van ‘valse monniken’ wanneer hem dit schikte.
In de moderne tijd ging de vervolging door, gerechtvaardigd door de verworvenheden van de uit het Westen geïmporteerde Verlichting. Het boeddhisme werd vanuit deze optiek gezien als irrationeel, soms zelfs achterlijk en een sta-in-de-weg voor de vooruitgang. Tijdens de Japanse Mejji-periode (1868-1912) bijvoorbeeld, ontstond de overheidscampagne ‘schaf het boeddhisme af en vernietig Sakyamuni’ (haibutsu kishaku). Het samengaan van Shinto, nationalisme en modernisme leidde bijna tot het verdwijnen van het boeddhisme in Japan. Hierbij was het bloedvergieten nog beperkt, maar niet tijdens de nagenoeg complete uitroeiing van het Mongoolse boeddhisme in de jaren 1930 onder de stalinist Tsjoibalsan (1895-1952). Dit en de Chinese Culturele Revolutie (1966-1976) benaderden volgens auteur Ian Harris historisch mogelijk het dichtst de vervolging van het monastieke boeddhisme door de Rode Khmer.
Verdeelde sangha
Terug naar Cambodja. In 1970 waren de verhoudingen binnen de Cambodjaanse sangha verdeeld. Sommige monniken steunden generaal Lon Nol, anderen waren monarchisten en weer anderen steunden de communistische zaak. Aan de ene kant bestond er traditioneel een diep gewortelde relatie tussen delen van de sangha en de monarchie. Aan de andere kant waren voor en na de machtsovername van de RK veel gewone monniken ervan overtuigd dat de communisten het land en het boeddhisme zouden beschermen tegen buitenlandse agressie.
Vanaf het begin van het conflict tussen de regering Lon Nol en de communisten verzamelden regeringsfunctionarissen informatie uit bezet communistisch gebied over wreedheden tegen boeddhistische monniken en leken en over het vernielingen van kloosters en pagodes. Deze zouden gepleegd zijn door de Vietcong en het Vietnamese Volksleger. Het door Vietnam bezette gebied in oostelijk Cambodja werd zwaar gebombardeerd door Amerikaanse bommenwerpers.
Bekend is dat beide partijen in het Cambodjaanse conflict pagodes gebruikten voor militaire doeleinden. Ook werden er wats (= boeddhistische tempels) in Cambodja vernield door regeringstroepen en moesten de monniken vertrekken. Toen de burgeroorlog vorderde verlieten monniken het strijdgebied en vluchtten naar kloosters in de grote steden. De tempels van de hoofdstad Phnom Penh puilden uit in 1975.
Vervolging monniken door Pol Pot
Algemeen wordt vermoed dat de RK onder Pol Pot een plan had om de boeddhistische orde te vernietigen, maar hoe is een ander verhaal. Het bewijsmateriaal dat Ian Harris voor zijn boek verzamelde geeft een genuanceerd beeld van het gruwelijke lot van de sangha. Duidelijk is dat de leiders van de RK wilden afrekenen met de pre-1975 leiders van de sangha, vanwege hun steun aan het oude bewind. Zo werd het leken verboden om monniken aalmoezen te geven. De bedreigingen van monniken, individueel en als groep, had onder andere te maken met de ineenstorting van de traditionele monastieke economie. Vooral jonge monniken werden gedwongen uit te treden, te werken (dwangarbeid), te trouwen of soldaat te worden. De slotakte van de maatregelen van de RK was de executie van al degenen die weigerden zich te conformeren. In het ‘bevrijde gebied’ dat onder invloed stond van de Vietcong, het Vietnamese volksleger en de RK begon de vervolging al vijf jaar voor de stichting van Democratisch Kampuchea in 1975.
Familiebanden of andere banden tussen monniken en RK functionarissen konden positief uitpakken voor individuele monniken. Bekend is dat een aantal (leidende) RK en monniken elkaar kenden, omdat ze voor de burgeroorlog samen kloosterlingen waren. Hieronder een van de vele voorbeelden van maatregelen tegen monniken.
Uit het ambt gezet
Volgens de Vinaya (= voorschriften voor boeddhistische monniken en nonnen) kan een monnik alleen vanwege wangedrag uit zijn ambt worden gezet door de sangha. Als een monnik vrijwillig uit het ambt wil treden, hoort daar een korte ceremonie bij. De RK had hier geen boodschap aan en slechts enkele dappere monniken maakten hier bezwaar tegen. De meeste monniken werden gehaast uit hun ambt gezet. Volgens getuigenissen kregen in een gedocumenteerd geval zo’n twee- tot driehonderd monniken een traditionele zwarte Khmer sjaal (kramā) en zwarte kleren uitgereikt, een geweer in de hand geduwd, werden ze in een vrachtwagen geladen en naar het front gebracht. Monniken die dicht bij het front woonden liepen het grootste risico gedwongen te worden te vechten. Zonder militaire training waren ze kanonnenvoer en werden ze de dood ingejaagd.
Gedwongen uitgetreden monniken die hechtten aan het naleven van de rituelen en aan vroomheid, bewaarden hun oranje robes zorgvuldig, gaven ze in bewaring of verknipten ze en verfden ze zwart.
Nasleep
De verslagen van het tribunaal in juli 1979 tegen de ‘Pol Pot en Ieng Sary kliek’ spreken klare taal over de vervolging van het boeddhisme, schrijft Ian Harris in de inleiding van zijn studie. Het tribunaal duurde maar vijf dagen en er waren geen verdachten bij aanwezig. Er werd verondersteld dat zij zich schuil hielden in Thailand. Pol Pot en Ieng Sary werden bij verstek ter dood veroordeeld voor veel meer dan genocide. Procedureel schortte er veel aan het tribunaal. Veel van de getuigenissen en documenten bevatten onduidelijkheden. Harris echter acht ze bijzonder relevant voor zijn boek over deze gruwelijke en chaotische periode in de geschiedenis van Cambodja. Zij moeten met aandacht geconsulteerd worden.
Hieronder slechts twee van de vijf aanklachten van het tribunaal in 1979 over het boeddhisme. Een citaat: ‘3.That the followers of Pol Pot ‘’insulted, tortured and persecuted, individually and collectively, more than 100,000 monks among which were the order’s influential of between backbone of four and five thousand senior monks and lay religious specialists (achars).”
4.That everyone who refused to abandon his or her religion was exterminated.’
Begin 1982 richtten de Verenigde Staten en China een anti-Vietnamese coalitie op waarvan de Rode Khmer deel uitmaakte. In de jaren tachtig, de Koude Oorlog, ondersteunden de VS, China en enkele West-Europese landen als Zweden en West-Duitsland deze coalitie met geheime wapenleveranties. Ook met munitie, militaire training, voedsel en medicijnen. China was de grootste donor hiervan. In deze jaren vielen guerrillatroepen van de coalitie vanuit Thailand Cambodja binnen. Ze vormden voor het nieuwe bewind geen bedreiging.
Cambodjatribunaal
In 2006 werden de 27 rechters van het Cambodjatribunaal beëdigd, officieel in het Engels ‘Extraordinary Chambers in the Courts of Cambodia for the Prosecution of Crimes Committed during the Period of Democratic Kampuchea.’ Het is formeel een onderdeel van het Cambodjaanse rechtsstelsel. Onder de 27 rechters een minderheid van 10 internationale (niet-Cambodjaanse) rechters. Dit is niet zonder slag of stoot tot stand gekomen. De Volksrepubliek China wilde geen tribunaal, want had de RK altijd gesteund met grote hoeveelheden wapens en adviseurs. De Verenigde Staten wilden het beperken tot de periode dat de Rode Khmer aan de macht was, vanwege de geheime bombardementen op Cambodja tijdens de Vietnamoorlog. Ook waren er klachten over de pogingen van regering van Cambodja om het tribunaal te beïnvloeden. Dit bewind wilde niet dat het tribunaal gevolgen zou hebben voor de stabiliteit van Cambodja.
Pol Pot (‘Broeder nummer 1) was de dans ontsprongen, omdat hij in 1998 was overleden, mogelijk vermoord. Hij heeft andere Khmer-kopstukken tijdens een zuiveringsactie laten vermoorden. De 92-jarige Nuon Chea, ‘Broeder Nummer 2’ geheten, en het 87-jarige voormalig staatshoofd Khieu Samphan werden door het tribunaal veroordeeld onder andere voor genocide. Kaing Guek Eav, ‘Duch’ werd in hoger beroep veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Hij was directeur van de gevangenis Tuol Seng, ‘S-21’, in Phnom Penh, dat ook een berucht martelcentrum was. Ieng Sary, ‘Broeder nummer 3’ en minister van Buitenlandse Zaken overleed op 87-jarige leeftijd toen hij terechtstond voor genocide op Vietnamezen, moslims en andere minderheden. Oud-kaderlid van de Rode Khmer en sinds 1985 premier Hun Sen verklaarde dat meer vervolgingen de stabiliteit van Cambodja in gevaar zouden brengen. Uiteindelijk is recht gesproken voor wat het waard is voor de slachtoffers, vanwege de politieke beïnvloeding door interne krachten en de betrokken grootmachten.
Bronnen
Harris, I. Buddhism in a dark age. University of Hawai’i Press, Honolulu, 2013
Harris, I. Cambodian buddhism. University Hawai’i Press, Honolulu, 2005
Rode Khmer in Cambodja (1975-1978)
https://historiek.net/rode-khmer-cambodja-pol-pot/15695/
Schouten, E. Niet huilen tijdens schokken, De Groene Amsterdammer, juli 2010
https://www.groene.nl/artikel/niet-huilen-tijdens-schokken
Thijssen, W. China peuzelt slaperig Cambodja op: ‘als Cambodja niet uitkijkt, wordt het gewoon een provincie van China, net als Tibet’, De Volkskrant, maart 2019
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/china-peuzelt-slaperig-cambodja-op-als-cambodja-niet-uitkijkt-wordt-het-gewoon-een-provincie-van-china-net-als-tibet~bcc3456a/
Joint APOPO – CMC Project in Cambodia
https://www.apopo.org/en/what-we-do/detecting-landmines-and-explosives/where-we-work/cambodia
Paul zegt
En het is nog steeds niet oke met de mensenrechten in Cambodja: