Er waggelen weer ganzen door de plantsoenen en straten van de O-wijk in Bunkerstad. Het is nog geen troep te noemen, maar het begin is er. Ik heb er drie geteld. Ruim een jaar geleden waren het er zeker twintig. Ze liepen er al jaren tot grote vreugde van de meeste bewoners. De O-wijk kreeg iets plattelanderigs. De dieren sliepen in het gras en staken druk bereden straten over, het verkeer tot stilstand brengend. Een glimlach op het gezicht van de bestuurders toverend. Even was de natuur weer belangrijk, geen haast.
Op een dag werden ze gevangen en afgevoerd naar een opvangcentrum in Schoonhoven. Enkele bejaarden hadden geklaagd over ganzenpoep aan de wieltjes van hun rollator. Toen ik het nare nieuws vernam dacht ik: hadden ze die bejaarden niet beter kunnen afvoeren naar Schoonhoven?
Ik weet niet of de drie ganzen in de O-wijk zijn gevlucht uit het opvangcentrum in Schoonhoven. Of dat het een nieuwe lichting is. Het doet er ook niet toe, er klinkt weer gegak in de wijk. Vorige week schreef ik ook al over ganzen. Beter een gans in de hand dan drie in de lucht, zoiets?
Moedig voorwaarts!