Bernie Glassman raadt zijn leerlingen aan zich te verdiepen in Geweldloze Communicatie. Zo is het een onderdeel van de Zen Peacemakers-activiteiten geworden. Zenleraar Ruud Baanders geeft workshops Geweldloze Communicatie voor Zen Peacemakers in Nederland en Vlaanderen. Diana Vernooij volgde een aantal trainingen bij Ruud Baanders en onderzocht de spiritualiteit van Geweldloze Communicatie voor de Zen Peacemakers.
Behoeften, een van de kernbegrippen van Geweldloze Communicatie, was een nieuw begrip voor mij. Onwillekeurig ben ik ervan uitgegaan dat we in het boeddhisme erop uit zijn zo min mogelijk behoeften te hebben. Begeerten najagen is immers een uiting van onwetendheid, leerde ik. In zen en vooral in vipassanameditatie heb ik geleerd aandachtig te zijn, te onderkennen wat gewaarwordingen zijn en wat interpretaties daarvan zijn. Ik heb geleerd mijn gevoelens te voelen, die van anderen te accepteren en mijn gedachten erover te herkennen als vaak nutteloze oordelen die weer een hoop emoties oproepen: gedukkha.
Door het deelnemen aan de workshops Zen & Geweldloze Communicatie van Ruud Baanders ging ik beseffen dat behoeften gekend en vervuld kunnen worden. Het hoeft helemaal niet egoïstisch uit te pakken! Integendeel, ik ontdek een aantal spirituele kanten aan behoeften en de benadering van Geweldloze Communicatie die mij helpen bij niet-weten en erkennen wat is.
Geweldloze communicatie, door Marshall Rosenberg ontwikkeld, is gebaseerd op de intentie om een empathisch verbinding te maken met jezelf en anderen in het huidige moment. Ze kent vier elementen die helder onderscheiden kunnen worden van de met hen meeliftende ego-activiteit:
Goed onderscheiden van je Waarneming van je interpretaties daarvan;
Het bewust zijn van je Gevoelens en niet de gedachten die je erover hebt.
Het verbinden met je Behoeften, een diepe innerlijke motivatie voor al je gedrag, in plaats van de strategie die je gebruikt om iets te krijgen. Aandacht, acceptatie, verbondenheid zijn een paar van die universele kwaliteiten die ook behoeften zijn.
Een Verzoek uitspreken dat verbonden is met de behoeften die er bij je leven zonder er een eis van te maken.
Geweldloze Communicatie onderkent de wederzijdse behoeften tot gemeenschappelijkheid. Rosenberg zegt dat behoeften nooit strijdig zijn, alleen de strategieën om deze te vervullen kunnen dat zijn. Empathie helpt om de verbinding te maken met elkaar. Tijdens workshops reflecteer je op je eigen conditionering, je neigingen en handelen en beoefen je een meer empathische benadering hetgeen leidt tot een transformatie van oordelen en vooroordelen en uiteindelijk misschien zelfs van de ego-activiteit.
kwaliteit
Aan het vervullen van behoeften ligt op zich nog geen spirituele laag ten grondslag. Onze eerste neiging is om vanuit de schaarste naar onze eigen behoeften te kijken. Dat versterkt ego en de neiging om af te weren wat onplezierig is en te grijpen naar wat plezierig is. Zo ken ik soms gevoelens van machteloosheid bij het zien van alle krantenkoppen over vluchtelingen. Mijn neiging is om de machteloosheid te verdrijven met ‘dingen doen’. Maar ik kan ook het gevoel ervaren en ernaar kijken, dat heb ik in de meditatie geleerd. Geweldloze Communicatie laat mij nog dieper kijken, naar de behoefte die eronder ligt. De eerste link naar spiritualiteit ligt in het kennis hebben van de universaliteit van mijn behoeften. Bij mijn machteloosheid is dat het verlangen een bijdrage te leveren. Dat te onderkennen geeft me al een eerste gevoel van vervulling.
Geweldloze Communicatie laat zien dat ik er niet alleen in sta: iedereen kent deze behoefte een bijdrage te leveren aan oplossing van andermans ellende. De kwaliteit waaraan ik behoefte heb, is echt iets te kunnen betekenen. Ik ben dan eigenlijk al voorbij mijn gevoel van machteloosheid gegaan naar de erkenning van een universele behoefte. Het kennen van die universele kwaliteit maakt het mogelijk om te verdragen dat het nú niet aanwezig is. De hoop en het vertrouwen heb ik dat het bestaat, dat het kan, dat ik er al deel van bent – al is het niet hier en nu.
verlangen
Het kan aan mijn associaties bij het woord behoefte liggen maar ik kan het lastig rijmen, dat behoeften en universele kwaliteiten om hetzelfde gaan. Bij behoeften denk ik vooral aan een gemis, aan iets waaraan we lijden. Misschien kunnen we het zo zien, dat door de manier waarop Geweldloze Communicatie leert contact maken met behoeften, deze behoeften transformeren in een zusje dat erop lijkt maar net even anders in elkaar steekt. Ik zou die getransformeerde behoefte dan verlangen willen noemen. Het innerlijk proces van Geweldloze Communicatie transformeert behoefte naar verlangen. De dringende behoefte die zich al heel snel vertaalt in een eis aan de omgeving (“ik wil van jou …”) of aan het zelf (“ik moet geen dingen willen die niet bestaan”) wordt ontdaan van zijn drang. De gevoelens die erbij horen worden gevoeld en dan bevraagd naar de universele kwaliteiten die ik graag meer zou zien, en dat zijn verlangens.
Om het kort door de bocht te zeggen: behoefte ervaar ik vooral als ego-gebonden. Ik voel een gemis, ik heb ergens een gebrek aan. Dat gat is slecht te verdragen. De kortste klap naar bevrediging is het naar buiten te projecteren. Ik ga op zoek om het te vinden, ik ga het kopen, ik ga het verwerven, of: “ik wil dat jij het mij geeft”. Zodra behoefte verlangen is geworden, is het niet op hier en nu bevrediging gericht, het verdraagt het gemis en herbergt een hoop op de toekomst. Zo weet ik de prachtige kwaliteit van diepgaande betrokkenheid om een bijdrage te kunnen leveren nu niet voldoende aanwezig in mijn leven, maar ik weet dat het bestaat en ik kan het verdragen, omdat er hoop is en vertrouwen.
verbinding
De tweede link van geweldloze communicatie naar spiritualiteit is het besef van onze onderlinge verbondenheid. Mijn behoeften zijn verbonden met die van anderen en de vervulling ervan ook. Ik kan intens vervuld raken als het lukt om in contact met een ander bij te dragen aan de vervulling van zijn of haar behoeften. Dat is een ervaring van onvoorwaardelijk altruïsme. Marshall Rosenberg (de grondlegger van Geweldloze Communicatie)noemt als spirituele basis de mogelijkheid om de Geliefde Goddelijke Energie te ontdekken in de verbinding met anderen. Aan elkaars welbevinden bijdragen is hetgeen de mensen het meeste vreugde geeft. We kunnen het leven prachtig maken. Het is het krachtige bewijs van de Goddelijke Energie dat wij de mogelijkheid hebben om elkaars levens te verrijken. En dankbaarheid is het gevolg ervan, aldus Rosenberg.
Onze verlangens zijn universeel – we kennen ze allemaal, we hebben er allemaal toegang toe, alleen de verwerkelijking ervan in ons dagelijks leven is niet vanzelfsprekend. Wij ontmoeten elkaar in het besef dat wij, net als alle andere mensen, behoeften hebben die gegrond zijn in de universele kwaliteiten. En het is ook mijn verlangen dat jouw verlangens worden vervuld en jouw verlangen dat de mijne vervuld worden. En we weten dat het kan. Want de strategieën om die kwaliteiten in ons leven te doen opleven zijn schier oneindig. Er is altijd een manier te vinden die onze tegenstrijdig lijkende eisen verenigen, als we uitgaan van de behoeften die onder onze eisen liggen.
Terug naar het voorbeeld van mijn behoefte iets bij te kunnen dragen. Omdat de kwaliteiten die achter de behoeften schuilen voor iedereen dezelfde zijn, weet ik mij een deel van de mensheid, van de hungry ghosts, en is mijn verlangen te verdragen. Ik weet me in goed gezelschap van andere hongerige geesten. Machteloosheid is schrijnend, maar verlangen een echte bijdrage te leveren is versterkend!
gelijkmoedigheid
Geweldloze Communicatie helpt om te leren verdragen dat je onvervulde behoeften hebt. Ze leert je te luisteren naar een andere laag dan wat je als je directe belangen en begeerten ervaart. Een derde link naar spiritualiteit en vooral naar boeddhisme zie ik in het versterken van de gelijkmoedigheid (een van de vier hartskwaliteiten, de Brahmavihara’s) en het niet meer zo serieus nemen van het ego. Het lijden aan het lijden wordt opgeheven als ik me ervan bewust ben dat mijn gevoelens en behoeften geen eisen stellen maar ook ervaren kunnen worden als verlangen naar meer van iets dat al bestaat. Zodra ik in staat ben om mijn behoefte te zien vanuit het besef dat het een uiting van verlangen naar een universele kwaliteit is – maakt dat de drang los. Ik kan ook leven als niet direct aan mijn behoeften wordt voldaan.
Juist in conflicten is dat belangrijk. Als een ander mij verwijten maakt, hoef ik dat niet persoonlijk te nemen en ik hoef me dus niet te verdedigen. Ik kan in het niet-weten staan erkennen wat er bij de ander echt leeft, onder de ego-laag. Als ik contact wil met die ander, kan ik hem bevragen op de onderliggende universele kwaliteit waar hij meer van verwezenlijkt zou willen zien. Wellicht kan ik daar aan bijdragen of zijn er andere wegen waarop hij die kan verwezenlijken.
Ego kan dimmen omdat ik besef dat ik niet hoef te concurreren met de behoeften van anderen ten gunste van die van mij. Als ik in het niet-weten sta, erkennend wat is, zijn er mogelijkheden te over om aan beide tegemoet te komen. Dat vergroot mijn gelijkmoedigheid.
Deze tekst verscheen eerder in het magazine van Zen Peacemakers in de Lage Landen.