Maar liefst 185 Thaise monniken en nonnen voltooiden afgelopen dinsdag op de campus van Mahabodhi tempel in Shey Village, Ladakh, India, een maand durende vredesmars (Pad Yatra) om de boodschap van vrede, liefde en gemeenschappelijke harmonie te verspreiden. De deelnemers volbrachten de tocht barrevoets. Het vertrekpunt lag in Bodh Gaya, in Dharamsala hadden de monniken en nonnen een ontmoeting een ontmoeting met de Dalai Lama alvorens richting Ladakh te lopen.
Het is het derde opeenvolgende jaar dat de “Pad Yatra” plaatsvindt. De tocht begint na het bidden bij de voor boeddhisten heilige Bodhgaya Tempel. Behalve de boodschap van wereldvrede willen de organisatoren ook de spirituele en culturele relatie tussen de mensen van Ladakh en Thailand versterken. En met name de functie van Ladakh als een spirituele en toeristische bestemming onder de Zuidoost-Aziatische landen waar het gaat om het internationaal boeddhistisch erfgoed van Ladakh.
Ladakh is een gebied en regio in het noorden van Jammu en Kasjmir, India. Het gebied heeft sterke fysische en culturele overeenkomsten met Tibet en wordt in cultureel en etnisch opzicht vaak tot Tibet gerekend. Ladakh is een van de meest afgelegen gebieden in India. Dit deel van India werd pas opengesteld voor toerisme in 1974. Ladakh is populair bij rugzaktoeristen en trekkers. Sinds de jaren 1990 is een groeiende stroom Indiase en Thaise toeristen op gang gekomen.
Ladakhi’s zijn een voornamelijk boeddhistisch, West-Tibetaans volk. In Ladakh domineert de Tibetaanse cultuur het leven en de inheemse taal, het Ladakhi, behoort tot de West-Tibetaanse talen.