Meer dan honderd Tibetanen en supporters herdachten vanmorgen bij de Chinese ambassade in Den Haag de 59ste Tibetaanse volksopstand tegen de Chinese bezetting van 1959. Het programma bestond o.a. uit een toespraak van Tsering Jampa, directeur International Campaign for Tibet, het voordragen van de 10 maart verklaring van de Tibetaanse regering in ballingschap, het zingen van verzetsliederen en het reciteren van boeddhistische gebeden voor vrede en compassie.
Hierna werd bij de Chinese ambassade een aan de Chinese president Xi Jinping gericht memorandum aangeboden waarin hij wordt opgeroepen de repressie in Tibet te stoppen en de dialoog met de Dalai Lama te herstarten. In een kleurrijke zee aan Tibetaanse vlaggen en spandoeken liepen de deelnemers vervolgens door de stad van het Vredespaleis naar het Centraal Station.
Tevens gaven honderden Nederlanders gehoor aan de oproep de Tibetvlag uit te hangen uit solidariteit met de Tibetaanse vrijheidsstrijd en om aandacht te vragen voor de zorgwekkende mensenrechtensituatie in Tibet en de talloze Tibetaanse politieke gevangenen.
Wereldwijd wordt op 10 maart de Tibetaanse volksopstand tegen de Chinese bezetting en onderdrukking herdacht. Deze opstand werd 59 jaar geleden in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa bloedig neergeslagen door het Chinese leger.
Tsering Jampa, Directeur ICT: “Vandaag tonen we onze solidariteit met het Tibetaanse volk in Tibet dat immens lijdt onder de repressie van de Communistische Chinese autoriteiten. We dringen er bij president Xi Jinping op aan de onderdrukking van het Tibetaanse volk in Tibet te stoppen en de dialoog met de Dalai Lama te hervatten om een voor beide partijen gunstige oplossing te vinden. Tevens roepen wij de Nederlandse regering op tot een constructief en consistent beleid om het mensenrechtenbeleid in Tibet door China ter discussie te stellen. Er verandert niets zolang we blijven zwijgen en China als een normale handelspartner blijven beschouwen. Het Tibetaanse volk zal gewoon verder blijven lijden onder het juk van de Chinese bezetters.”
Sinds de bezetting van Tibet door China in 1950 voeren de Tibetanen een geweldloze strijd voor mensenrechten en democratie. Door de groeiende toestroom van Chinezen zijn de Tibetanen een minderheid in hun eigen land. Zij worden gediscrimineerd en economisch achtergesteld. Hun taal, religie en unieke cultuur worden steeds verder gemarginaliseerd. Sinds 2009 hebben 152 Tibetanen in Tibet zichzelf uit protest in brand gestoken. Op 7 maart jl vond de meest recente zelfverbranding plaats in Oost Tibet. China houdt ruim 600 Tibetaanse politieke gevangenen vast, die op vreedzame wijze opkwamen voor hun rechten.
Op 10 maart 1959 kwam het Tibetaanse volk in opstand tegen de Chinese bezetting waarbij duizenden Tibetanen hun leven verloren. De Dalai Lama werd gedwongen te vluchten naar India en woont sindsdien in ballingschap met meer dan honderdduizend landgenoten. De opstand was een keerpunt in de geschiedenis van Tibet en de herdenking van deze historische dag blijft van groot belang voor de Tibetanen, zowel binnen Tibet, als in ballingschap.