Zes grote voedingsmultinationals proberen in Europa een nieuw logo te introduceren op hun verpakkingen om consumenten te informeren over de voedingswaarde van hun producten. De criteria die zij daarbij hebben bedacht, zijn echter zo slap dat ongezonde producten ineens gezond lijken. Zo kan zelfs Nutella, met 56% suiker en 31% vet, ineens gezond ogen. Waar Nutella in de originele versie van het verkeerslichtsysteem nog drie rode lichten krijgt vanwege het hoge gehalte aan vet, verzadigd vet en suiker, verdwijnen deze rode waarschuwingen geheel bij de slappe criteria van de voedingsgiganten.
foodwatch waarschuwt voor het nieuwe systeem: “Het lijkt vooral bedoeld om groen licht te geven aan een nog hogere consumptie van junkfood. Als zelfs Nutella met 56% suiker en 31% vet, niet één rood licht zou krijgen, moet dit systeem van Coca-Cola, Mars, Mondelez, Nestlé, PepsiCo en Unilever zo snel mogelijk van tafel.” Overigens behoort Ferrero – de producent van Nutella – niet tot de groep van zes initiatiefnemers van dit nieuwe verkeerslichtsysteem.
Het verschil in de kleur wordt grootdeels veroorzaakt doordat het industrievoorstel rekent met het gehalte suiker, vet en zout per portie en minder per 100 gram zoals gebruikelijk in het verkeerslichtsysteem. Omdat de portiegrootte vaak klein is, verdwijnen veel rode alarmkleuren van de verpakking. Zelfs Nutella krijgt daarom met een vetgehalte van 31% en een suikergehalte van 56% toch geen één rood licht omdat een portiegrootte slechts op 15 gram is vastgesteld. Snoepjes van 5 tot 10 gram krijgen dan zelfs nog geen rode waarschuwing voor suiker als ze voor 100% uit suiker bestaan. Het verkeerslichtsysteem zoals in Engeland is ontwikkeld, stelt zowel maximale gehalten per portie als per 100 gram.
foodwatch: “De schappen liggen vol met verleidelijk junkfood met een veel te hoog gehalte vet, zout en suiker. Mede hierdoor komen er wekelijks in Nederland meer dan duizend mensen met suikerziekte type 2 bij. De voedingsindustrie doet alsof ze deel van de oplossing is en de politiek trapt erin met financiering van zelfreguleringsprojecten en een terugtrekkende overheid. Ze zijn echter niet de oplossing maar juist de veroorzaker van het probleem.”
foodwatch pleit, samen met gezondheidsorganisaties, al jaren een verkeerslichtsysteem. Met het ‘verkeerslichtsysteem’ zie je als consument direct of een product veel suiker, zout, vet of verzadigd vet bevat. Dit systeem werkt zo simpel dat het zelfs voor kinderen te begrijpen is: op de verpakking staan deze voedingsstoffen in een rood, oranje of groen vlak. Rood betekent dat de hoeveelheid ‘hoog’ is, oranje ‘gemiddeld’ en groen ‘laag’. Hoewel het verkeerslichtsysteem dus een goede methodiek is om een gezondere keuze te bevorderen, zorgen de sterk afgezwakte criteria in het industrievoorstel ervoor dat zelf heel ongezonde producten vrijwel nooit een rood waarschuwingsteken krijgen. Het industrievoorstel gaat uit van de hoeveelheid voedingsstoffen per (onrealistisch klein) portie. Daarmee geeft het verkeerslichtsysteem juist een geheel verkeerde gezonde indruk aan ongezonde producten.
Voedselproducenten hielden de introductie van het verkeerslichtsysteem op Europees niveau jaren tegen. De voedingsindustrie stak veel geld in lobbyactiviteiten om in 2010 te voorkomen dat het Europarlement voor dit eerlijke en heldere systeem zou kiezen. En ze kwam met een ander, veel complexer systeem op de proppen (de referentie-inname) dat het voor consumenten nog steeds moeilijk maakt om te zien of een product veel zout, suiker of (verzadigd) vet bevat. Bovendien staat het producenten vrij om de referentie-inname te gebruiken of niet: de informatie staat dus niet op alle verpakkingen. Alleen in het Verenigd Koninkrijk staan de rode, oranje en groene vlakjes op veel voedselproducten; daar is het verkeerslichtsysteem vrijwillig ingevoerd, met afgezwakte criteria.