Popper denkt onder andere niet dat de overwinning van de arbeiders onvermijdelijk leidt tot een klasseloze samenleving, maar hij is geen profeet. Iedere latente belangentegenstelling binnen de solidaire arbeidersklasse kan echter zorgen voor een nieuwe klassenstrijd. Ook is het niet vanzelfsprekend dat met het verdwijnen van de bourgeoisie de uitbuiting verdwijnt, omdat groepen arbeiders privileges kunnen verwerven, die kunnen leiden tot de uitbuiting van minder fortuinlijke arbeiders.