De Boeddha was een spiritueel leraar die een pad naar de bevrijding van het lijden onderwees. Maar in het vorige delen bleek ook dat hij een visie had op politieke, sociale en economische vraagstukken uit zijn tijd. Maar in welke mate had hij maatschappelijke idealen die hij met de oprichting van de bhikkhu sangha (de gemeenschap van monniken) actief probeerde te realiseren. Was hij naast spiritueel leraar ook een maatschappelijk hervormer? De meningen daarover zijn onder boeddhisten en religiewetenschappers verdeeld.
Sakka
Sociale aspecten van het vroege boeddhisme – deel 5
Het boeddhisme als religieuze beweging ontwikkelde zich te midden van ingrijpende maatschappelijke veranderingen. Op politiek vlak verscheen er een nieuw type koninkrijk gekenmerkt door een gecentraliseerde en bureaucratische machtsstructuur met aan de top een koning met absolute macht. Het grootste deel van zijn leven na zijn ontwaken bracht de Boeddha door in Kosala en Magadha, de twee nieuwe koninkrijken. De Boeddha moest bij de uitbouw van de sangha (de orde van monniken) rekening houden met deze politieke realiteit.
Laat boosheid jullie niet overweldigen, wordt niet boos op hen die boos zijn
In de Pali-Canon komen godheden (devata) regelmatig aan het woord. We zouden ze ook kunnen aanduiden als ‘hemelse wezens’. Het zijn geen wezens die van alle eeuwigheid in een hemel wonen. Ze zijn er ooit door vroegere verdiensten in terechtgekomen en zullen er ook weer uitvallen als hun verdiensten uitgeput zijn.
‘Ik sta in brand! Ik sta in brand!” en viel ter plekke in de Grote Hel.
Yakkha’s zijn angstaanjagende geesten die in verlaten streken, duistere bossen of diepe spelonken wonen. Ze zijn boosaardig en lelijk om te zien. Maar ze kunnen zich ook ontpoppen als welwillende wezens, wanneer men aandacht aan hen geeft en hen respectvol benadert. Dan kunnen ze zelfs mensen beschermen in plaats van hun schade toe te brengen.