De parabel verhaalt over een ontwikkelde, maar arrogante leerling die een wijze tao-meester bezoekt. Bij zijn woning aangekomen ziet hij dat het een eenvoudig optrekje is. De meester nodigt hem uit binnen te komen en biedt hem een kop thee aan. Terwijl de leerling opschept over zijn kennis, begint de meester met het inschenken van de thee. De leerling blijft maar praten en praten. En de meester blijft maar schenken en schenken totdat de thee over de rand van de schotel stroomt op de schoot van de leerling. Deze springt verschrikt op en roept: ‘Wat doe je nou oude gek? Zie je niet dat het kopje allang vol is?’. De wijze man stopt met schenken en zegt: ’Jouw geest is als dit theekopje. Je hoofd is te vol om er nog iets aan te kunnen toevoegen. Elke poging om je iets te leren, zal verspilde moeite zijn’.