Het grootste onderscheid in de elementen ziet de Boeddha echter in het verschil tussen al deze geconditioneerd elementen / de wereld en het ongeconditioneerd element / nibbāna. In het kort, met het door doorzien wegvallen van de oorsprong, de bron, van het verlangen naar het beperkte, geconditioneerde, wat onbestendig en onbevredigend zal blijven ontdoet de bevrijde geest zich van de neiging tot wedergeboorte. Na het uitleven van het laatste leven is er geen conceptie meer, geen wording meer van de zintuigbasis. En als de vlam van verlangen naar bestaan, naar geneugtes of het verlangen naar het ophouden van het pijnlijke daar is… dan dooft dat verlangen zonder rest. En is ook niet te zeggen waar die vlam heen gegaan is.

