‘Ik zou je zestig stokslagen moeten geven, maar ik zal ze je besparen.’
niet-weten
Artikelen over spiritueel niet-weten
Poortloze Poort 14.8 – Cheshire katzu
Waarom heeft een kat geen poten?
Poortloze Poort 14.7 – Halve zolen
De meester had er al zoveel doormidden geslagen dat zijn zwaard bot was geworden en hijzelf moedeloos.
Poortloze Poort 14.6 – De kattenbak in
De hoofdmonnik zei: ‘Ik ben benieuwd hoe hij zich hieruit gaat redden.’
Poortloze Poort 14.5 – Niet voor de poes
De kat rook even aan de afgehakte hand en liep met opgeheven staart weg zonder de meester een blik waardig te keuren.
De val
Wat is het toppunt van eigendunk? Denken dat je vrij bent van eigendunk.
Poortloze Poort 14.4 – Bakkie zonder kat
Een van de monniken blafte niet.
Poortloze Poort 14.3 – Kat in het bakkie
Wie is hier de meester, dacht de meester, en liet de kat los.
Poortloze Poort 14.2 – Kat uit de boom
De spanning was om te snijden.
Poortloze Poort 14.1 – Kat in het nauw
Wat zou jij hebben gezegd?
Poortloze Poort 14 – Kattenkwaad
Niemand wist iets te zeggen, waarop de meester de kat doormidden sloeg.
Poortloze Poort 13.12 – Het allerlaatste woord
Om het af te leren.
Expirator
Moet spiritualiteit groter maken of kleiner? Inspireren of expireren? Engageren of degageren? Aansteken of uitdoven? Boeddha mag het weten.
Inspirator
Moet spiritualiteit groter maken of kleiner? Inspireren of expireren? Engageren of degageren? Aansteken of uitdoven? Hans geeft uitsluitsel.
Poortloze Poort 13.11 – Verlost
De meester schreeuwde: ‘Is het nou uit!’
Poortloze Poort 13.10 – Mu gestreden
Monnik: Mag ik uw laatste woorden optekenen?
Poortloze Poort 13.9 – Meester Lijk
Tot op het bot.
Poortloze Poort 13.8 – Samoerai zen
Vinger aan de pols.
Zalig is mijn heden
Zonder zaligheden
Geen Perzen en geen Meden
Zalig zijn de naaktlopers, zij hebben niets om het lijf.
Belijdenis van een onnozelaar
Zalig zijn alle mensen
Want zij weten niet beter
De lege moraal
Dus pas maar op, beste mensen. Met die armen van geest weet je het maar nooit.
De stille stem
Alle stemmen tellen.
Yabba Dabba Doo
Wie arm van geest is ontkomt er niet aan naar de maat van zijn armoede van geest nederig van hart te zijn, want hij is zich voortdurend bewust van zijn geestelijke armoede, zijn peilloze onbegrip, zijn ontoereikendheid, zijn kleinheid, waarin hij zich verheugt.