In de ogen van de nieuwrechtse populisten is de gewone man de dupe van de globalisering en de immigratie, die hem dreigen weg te vagen. Deze taal verstaan de progressieven niet en ze staan met een mond vol tanden. Dit populisme gaat over identiteit en gemeenschap en dit bezorgt weldenkenden koude rillingen, aldus de auteur. Ook hierdoor werden de uitwassen van de globalisering en de immigratie niet ingezien. Deze populisten richten hun pijlen dan ook op de ‘de zelfgenoegzame, progressieve elite’, die een betere wereld had willen bewerkstelligen, maar ‘intussen de gewone man doodgemoedereerd aan zijn lot overliet.’