In de Dhananjani-Sutta (MN 97)((Alle teksten van de suttas: de Breet & Janssen Asoka)) komen twee thema’s aan bod. Eerst vermaant Sariputta [een vooraanstaande leerling van de Boeddha] de brahmaan Dhananjani omdat deze probeert zijn nalatigheid bij het beoefenen van de Leer goed te praten door te wijzen op zijn vele verplichtingen. Daarna, als hij op sterven ligt, begeleidt Sariputta hem naar een wedergeboorte in de Brahma-hemel, waarna de Boeddha hem berispt omdat hij nagelaten heeft de brahmaan de weg naar nibbana te wijzen.
Dhananjani-Sutta
Buddhavacana: Dhananjani-Sutta
Na het overlijden van de Boeddha werd de Dhamma op twee manieren beleefd. Een groep monniken en nonnen leefden rondtrekkend, in afzondering of in kloosters en hoorden zich vooral bezig te houden met studie, meditatie en contemplatie. De leken gingen op feestdagen naar de tempels om naar de voordrachten van de monniken te luisteren en probeerden zo goed mogelijk de vijf oefenregels na te leven.