Het debat over wilsvrijheid is al heel oud. Kerkvader en filosoof Aurelius Augustinus (354-420) introduceerde de vrije wil zo’n 1600 jaar geleden. In zijn autobiografische boek De Belijdenissen beschrijft hij een perendiefstal uit zijn puberteit, die hij met vrienden ondernam. Op zich is dit een onschuldige vorm van kwaad. Maar Augustinus vond zijn eigen motief om aan de diefstal mee te doen verwerpelijk. Hij deed eraan mee, juist omdat het niet mocht. Hij werd gedreven door weerzin tegen gerechtigheid. Hij wilde genieten van de diefstal en van de zonde die ermee gepaard ging. De peren op zich interesseerden hem weinig. Die voerde hij samen met zijn vrienden voor het grootste deel aan de varkens. Boekbespreking. De redding van de vrije wil.
Daniel Dennett
Scheiding van kerk en staat
Mijn vakantie bracht mij in Turkije en in China, en het bezoek aan paleizen, moskeeën, kerken en tempels zette mij aan het denken over het idee van de scheiding van kerk en staat. Dat is in vele landen een strijdpunt. In het Westen zien we dat als een verworvenheid van de moderniteit. Het hoort bij de waarden van de verlichting. Maar zoals vaak exporteren we, in een neokoloniale reflex, onze eigen opvattingen als vanzelfsprekend naar andere culturen zonder ons af te vragen wat deze thematiek in die cultuur betekent. Ik wil hier niet ingaan op de actuele problematieken maar op enkele grote culturele verschillen.