Wat is de huidige betekenis van de in 1997 overleden boeddhistische leraar Ayya Khema voor het boeddhisme en meditatie? Daarover ging de op 31 oktober door Joop Romeijn en Gerolf T’Hooft georganiseerde lezing in de Hub in Rotterdam. Ayya Khema werd geboren in Duitsland. Ontvluchtte als Joodse jonge vrouw nazi-Duitsland en studeerde in Schotland en China. Zij was van grote betekenis voor de emancipatie van vrouwen binnen het boeddhisme. In 1979 ontving zij op Sri Lanka haar wijding tot boeddhistische non en in 1982 stichtte zij Parappuduwa Nuns Island in het zuiden van Sri Lanka, een trainingscentrum voor boeddhistische nonnen en andere vrouwen van over de hele wereld. Het beheer van het klooster op dat eiland liet zij op een gegeven moment over aan een stichting en trok naar haar geboorteland waar zij het Buddha Haus stichtte. Ayya Khema wijst er steeds weer op dat de leer van de Boeddha zeer diepgaand is, maar toch eenvoudig en bedoeld voor gewone mensen. Het spirituele pad, zegt Ayya Khema, gaat alleen maar over loslaten, voortdurend laten van wat wij om ons heen hebben opgebouwd. Vaste gewoonten, ideeën, opvattingen en denkpatronen.
Het Boeddhistisch Dagblad woonde de lezing bij en maakte een video-drieluik. In aflevering een de jeugd en jonge jaren van Ayya Khema, haar kennismaking met het boeddhisme , de oprichting van een klooster en haar voortgang op het boeddhistische pad.
Deel twee. De steeds groter wordende betekenis van Ayya Khema voor het boeddhisme in het Westen. Het Buddha Haus. En haar overlijden op twee november 1997.
Deel drie. Haar spirituele nalatenschap voor het boeddhisme. De inspiratie voor duizenden studenten, toen en nu.