De hark overeind
buiten de hitte niemand
in zijn nabijheid.
Hoe heerlijk ruiken
de door het gras van de weg
geparfumeerde zolen.
Masaoka Shiki (1867-1902)
Twee heerlijk zomerse haiku’s van Shiki.
Eerst even over de vorm. Deze is vooral in de eerste haiku strak. In het Japans, maar ook in de vertaling. Germain Droogenbroodt heeft de 5-7-5-lettergrepen-indeling meesterlijk kunnen vasthouden. In het Japans is het als volgt:
kuwa tatete (5)
atari jito naki (7)
atsusa kana (5)
Voor de Japanse versie houd ik me overigens ook maar vast aan Droogenbroodt.
Bij deze twee haiku’s treft me vooral het zomerse. Hitte, schaduw en de geur van (pasgemaaid) gras. Ik zie de hark staan, tegen de muur van het huis. Het gras is gemaaid en moet nog worden aangeharkt. Maar het is te warm, de hete lucht trilt boven het gazon en de tuinier zit binnen, in de koelte.
Of hij heeft de schaduw van het bos opgezocht. Hij wandelt, misschien wel blootsvoets, over het pad en ruikt het gras dat beweegt onder zijn voetzolen. Alsof ze geparfumeerd zijn. Hij komt niemand tegen, is alleen in het bos en geniet van de stilte en van de geur van het gras. En van deze zomerse dag.
Thuis staat de hark ook alleen. Er is niemand in zijn nabijheid, alleen de hitte. Ik hoop dat hij in de schaduw staat.
Geef een reactie